Van Leeuwen haalt als voorbeeld de situatie in Diemen en de Haarlemmermeer aan. “Daar liggen degelijke windmolen plannen van gemeenten en initiatieven klaar. Zij hebben zelf gezorgd voor draagvlak. Prachtig om bij aan te sluiten, zou je zeggen. Maar de provincie wil daar op formele en theoretische gronden niet aan. In plaats worden locaties aangegeven, waarvan bij voorbaat al vaststaat dat een NUON of een Schiphol daar tegen zal zijn. Er staan nogal wat zoeklocaties op de kaart die loos zijn."
Van Leeuwen wijst erop dat dit beleid behalve voor energiebedrijven die in de kop willen opschalen en behalve het westelijk havengebied, voor de rest slecht uitpakt: “Gemeentes en coöperaties van burgers die geschikte gebieden aandragen kunnen het dak op. En de molens wel kunnen worden ingeruild voor nieuwe, zijn, vanwege de kosten, vooral de kleintjes. Terwijl de tegenstand tegen windmolens vooral tegen de grotere molens gericht is. Het zijn vooral de grotere energiebedrijven die straks met het opschalen van bestaande kleinere molens bezig kunnen gaan, of in het westelijk havengebied aan de gang kunnen. Aan lokale initiatieven heeft de provincie echter geen boodschap. En ze doet ook niks voor de mensen die last ervaren. Voor een mooi initiatief op de NDSM werf gloort echter hoop, hoewel daar ook weer locatie suggesties op de kaart staan die haaks op de eigen plannen staan.Leg een paar stukken asfalt niet aan je er is geld zat voor het ondersteunen van de herstructurering, gekoppeld aan nieuwbouw."
