Ten eerste zorgt onnodige verlichting voor verbruik van energie. Het uitzetten van verlichting ’s nachts op plekken waar dat eigenlijk niet nodig is kan een fixe besparing van energie opleveren. Ook het moderniseren van verouderde verlichting op plekken waar dat ’s nachts wel nodig is kan zorgen voor een fikse energiebesparing.
Ook de natuur lijdt onder onnodige verlichting. Overmatige verlichting heeft een groot negatief effect op één van de meest elementaire natuurkwaliteiten: duisternis. Sommige planten kunnen door een gebrek aan duisternis niet goed groeien, maar vooral dieren lijden onder verlichting. Trekvogels verliezen door licht oriëntatie tijdens hun trek. Grotere nachtdieren worden gestoord in hun natuurlijke gedrag. Insecten zoals nachtvlinders en rupsen planten zich niet voort bij overmatig kunstlicht, hetgeen effect op de populatie en doorklinkt in de hele ecologische keten.
Ook de gezondheid van de mens wordt aangetast door overmatige verlichting. Licht verstoord de natuurlijke ritmes van ons lichaam. Sinds er overal elektrische verlichting is slapen mensen anderhalf uur minder. Vijf procent van de bevolking heeft last ernstige lichthinder en drie procent heeft last van slaapverstoring. Dat betekent dat ongeveer 675.000 mensen zich weleens gehinderd voelen door licht en 400.000 mensen slaapverstoring ervaren.
Gelukkig dringt dit besef ook steeds meer door. Sinds 2006 wordt de Nacht van de Nacht georganiseerd. Een evenement dat de bewustwording onder burgers en gemeenten om het licht uit te doen enorm heeft vergroot. Ook in beleid zie je dat lichtvervuiling een groter onderwerp wordt. Zo maakte Friesland en Deventer een lichtscan en beleid om de meest verlichte delen van de gemeenten en provincie aan te pakken.
In Noord-Holland willen wij nu ook gaan onderzoeken hoe we overtollige verlichting kunnen tegengaan, bijvoorbeeld door ook zo’n lichtscan voor Noord-Holland te gaan uitvoeren. Ik hoop dat we zo de nacht weer echt donker kunnen maken.