“Hoe behouden we voldoende werkgelegenheid en mogelijkheden tot economische groei in het havengebied zonder verdere gebiedsuitbreiding en met een beperkte milieubelasting?”

Deze vraag is, in opdracht van GroenLinks Noord-Holland, onderzocht door onderzoeksbureau CE Delft. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek organiseerde de Statenfractie een mini-conferentie om bestuurders, raads- en statenleden en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven gelegenheid te geven hierover van gedachten te wisselen.

GroenLinks Statenlid Servaz van Berkum opende de conferentie met een presentatie over de belangrijkste conclusies uit het rapport. Uit de analyse van CE Delft blijkt dat de meest voor de hand liggende aangrijpingspunten voor gemeenten en provincies die in hun beleid willen aansturen op duurzaamheid gelegen zijn in:

-    Het selectief toelaten van activiteiten met een gunstig milieuprofiel
-    Het selectief toelaten van schepen
-    Het inzetten op een duurzame ruimtelijke inrichting van het gebied

Activiteiten
Op een strategisch niveau betekent het eerste punt samenhang en coördinatie in het vestigingsbeleid van de gemeenten in de havenregio. Met name zal richting gegeven moeten worden aan het cluster van schone activiteiten gericht op gebruik van elkaars reststoffen en afvalwarmte. Op operationeel niveau zal door middel van actief en faciliterend grondgebruik richting moeten worden gegeven aan de beoogde duurzame ontwikkeling van het gebied. Daarbij zal actief ingezet kunnen worden op clustering van bedrijven die elkaars reststromen en restwarmte benutten. Daartoe zijn voor wat betreft restwarmte twee kansrijke clusters, te weten in het Westelijk Havengebied en rondom Corus. Wat betreft reststromen zijn tevens een aantal kansrijke sectoren te identificeren, o.a. op het gebied van biobrandstoffen, biovergisting en afvalvergassing.

Schepen
Ten tweede liggen er goede en concrete mogelijkheden voor de havenregio om meer te sturen op de schepen die de havens aandoen. Dat kan door middel van het invoeren van gedifferentieerde haventarieven op basis van de ‘Environmental Ship Index’. Een stelsel van gedifferentieerde haventarieven moet bij voorkeur met andere havens worden ingevoerd. Deze index geeft aan hoe een schip presteert op het gebied van NOx- en SOx-uitstoot ten opzichte van vastgestelde baselines op basis van het IMO-beleid.

Duurzame ruimtelijke inrichting
Investeren in duurzame haveninfrastructuur vergt dat mogelijkheden voor duurzame energie, efficiënt energiegebruik en -ruimtgebruik, duurzaam bouwen en aanwezigheid van groen/natuur vroegtijdig in het planningsproces van nieuwe havenlocaties wordt meegenomen. Verschillende sturingsinstrumenten kunnen worden ingezet om dit te bereiken:
-    statiegeldregeling
-    verhandelbare gebruiksrechten
-    ‘rood voor groen’
-    kostenverevening
-    duurzaamheidfonds haven

Het gehele rapport kunt u onderaan deze pagina downloaden.

Nadat de belangrijkste conclusies uit het rapport de revue gepasseerd zijn, vindt een paneldiscussie plaats onder leiding van Patricia Seitzinger. De panelleden gaan in discussie met elkaar en met de zaal. Het panel bestaat uit: Jack Steijn van ondernemersverening ORAM, Juriaan Jansen van de Milieufederatie Noord-Holland en Jan Hoek, gemeenteraadslid voor GroenLinks in Amsterdam. De discussie beslaat een breed aantal onderwerpen in aanvulling op het rapport van CE Delft waaronder milieu, duurzame energie, ruimtelijke ordening, bedrijvigheid en werkgelegenheid. Hieronder worden de op deze middag besproken aspecten kort weergegeven:

Milieu

Milieuruimte: het rapport besteedt geen aandacht aan het feit dat de milieuruimte in de Amsterdamse Haven nagenoeg vol is. Je zou hier nog wel kunnen werken aan een betere verdeling van de milieuruimte: bestaande bedrijven houden de hen toegewezen ruimte vast ook als deze niet geheel wordt benut.

Milieuhandhaving: maak een gezamenlijke handhaving en haal ook hier de schotten weg. Bedrijfsleven is helemaal niet tegen milieuhandhaving: men vraagt om kwaliteit en het samen creëren van oplossingen. Maak een keuze over wat er (nog) wel of niet kan in het gebied.

Hulpverlening: werk aan het creëren van één regionale hulpverlening.

Duurzame energie

Zonne-energie: Duurzame energie komt moeilijk van de grond: bijvoorbeeld opgewekte zonne-energie (op daken van bedrijven) is nu niet goed terug te leveren aan het energienet. De potentie van het omvangrijke terrein voor duurzame energieopwekking is groot. Maak samen met het Havenbedrijf een pilot hoe toch zonne-energie kan worden opgewekt rekening houdend met milieueisen, eisen vliegverkeer e.d. Rol dit uit naar andere gebieden.

Windenergie: Hetzelfde geldt voor windenergie: hoe kan binnen de bestaande regelgeving toch windenergie in dit gebied worden opgewekt. Dit punt staat overigens op gespannen voet met het huidige beleid van het provinciebestuur.

Energiebeperking: maak door middel van clustering efficiënter gebruik van energie (bv restwarmte van de een kan worden gebruikt door de ander).

Verduurzamen scheepvaart: stimuleer dit door bv. tariefsheffing differentiëren naar de mate waarin schepen milieubesparende maatregelen hebben genomen, zoals het gebruik van walstroom. Amsterdam hanteert al verschillende tarieven.

Ruimtelijke ordening

Integrale visie: maak één integrale visie voor het gehele gebied.

Woningbouw: Er is nu geen eensluidende visie voor het hele gebied: bijvoorbeeld geplande woningbouw in Amsterdam drukt de bedrijvigheid in westelijke richting.

Clustering:  cluster bedrijven op milieuaspecten (bv. de warmte van de een  kan door de ander gebruikt worden). Idem: cluster op soorten productie (bv. voedselbedrijven bij elkaar en niet tussen andere soorten bedrijvigheid).

Compacte haven; de bedrijvigheid in het hele gebied kan compacter worden gehuisvest. Bewaak tegelijk dat er voldoende (groene) ruimte is rondom de stedelijke gebieden.
Besteed meer aandacht aan het gebruik van de ruimte op de kades.

Recreatie: het NZK-gebied heeft ook recreatiepotentieel (bv. waterrecreatie): ontwikkel dat.

Bedrijvigheid

Verduurzamen van bestaande bedrijvigheid: investeer in waar we goed in zijn en exporteer de opgedane expertise naar andere gebieden.

-    Cacao-opslag: verduurzaming van de cacaoketen.

-    Kolenoverslag: Toekomst: de kolenenergie zal toenemen in plaats van kernenergie. Hiervoor is vervoer en overslag nodig en gebruik hiervoor het NZK-gebied. Hiertegenover de vraag: is kolenoverslag wel passend in een dicht bewoond gebied als het NZK-gebied?
Werk aan methodes die minder (fijn)stof bij de overslag genereren.

-    Benzinemenging: Maken van benzinemengsels: de vraag is of het zinnig is de benzine heen en weer te slepen om hier te mengen: kan je dat niet beter elders doen. Maak in het NZK-gebied alleen het bijmengsel en doe de daadwerkelijke bijmenging daar waar de benzine vandaan komt.

Nieuwe, andere bedrijvigheid

-    voedsel-bedrijvigheid:  concentreer je op het  ontwikkelen van voedsel-bedrijvigheid: dit combineert namelijk niet goed met bedrijvigheid rond benzine-menging, kolenoverslag e.d. , maar levert wel meer arbeidsplaatsen.

-    recycelen van afval: in een studie is al eens geopperd meer uit afval te recycelen en aldus nieuwe werkgelegenheid te scheppen.

Nieuwe bedrijven: het wordt hen niet altijd aantrekkelijk gemaakt om zich hier te vestigen. Bedrijven worden niet bepaald ‘gelokt’ naar het gebied. Stuur bij vestigingsbeleid niet op individuele bedrijven maar op het collectief. Daarvoor is meer samenwerking nodig en een integrale visie.

Marktvisie: Maak één marktvisie en maak keuzes voor het hele gebied. Het alloceren van bedrijvigheid vraagt om samenwerking.

Werkgelegenheid:

Huidige werkgelegenheid: de huidige bedrijvigheid is weinig arbeidsintensief. Haal de schotten weg uit het gescheiden arbeidsmarktbeleid in het gebied.
Openbaar vervoer is slecht ontwikkeld. Verbetering hiervan zou de werkgelegenheid ondersteunen.

Rol provincie
•    Stimuleren van gezamenlijk zoeken naar milieuruimte.
•    Niet alleen regisseren van bovenaf, maar ook volgend: ondersteuning van gemeentes.
•    Stimuleren van duurzame energie en energiebesparing in het gebied.
•    Werken aan energieneutrale gebiedontwikkeling.
•    Werken aan een goede samenhang tussen bedrijvigheid en recreatie.

Samenvattend
•    Ga gezamenlijk op zoek naar de verschillende mogelijkheden en hef schotten op.
•    Waak voor te grote tegenstelling tussen Amsterdam en de ‘rest.’
•    En: praat vaker in een breder verband met elkaar.