In april 2011 stelde het college in Noord-Holland het coalitieakkoord vast waarin gesteld wordt dat de provincie tot taak heeft mede de kwaliteit van cultuurparticipatie en de regionale spreiding (toegankelijkheid) te bevorderen. In juni 2011 kwam staatssecretaris Zijlstra met zijn hoofdlijnenbrief waarin het cultuurbeleid vanaf 2013 beschreven staat. De voorgenomen bezuinigingen hebben grote gevolgen voor Noord-Hollandse culturele instellingen. Doordat de bezuinigingen zeer fors uitpakken in bepaalde sectoren (o.a. in de podiumkunsten) en niet gefaseerd worden uitgevoerd, bestaat de kans dat instellingen zullen omvallen of dat zij bepaalde taken minder goed uit kunnen voeren. Ook schouwburgen en theaters in Noord-Holland zullen onder druk komen te staan omdat het aanbod zal afnemen. Lene Grooten heeft daarom namens GroenLinks de volgende Statenvragen gesteld:
Inleiding
In april 2011 stelde het college in Noord-Holland het coalitieakkoord vast. Daarin staat het volgende te lezen over cultuurparticipatie, toegankelijkheid en cultuureducatie:
“De provincie bevordert mede de kwaliteit van cultuurparticipatie en de regionale spreiding (toegankelijkheid). Op het gebied van cultuureducatie heeft de provincie een rol in de tweedelijnsondersteuning. Wij zullen de verantwoordelijkheid voor de eerstelijns cultuureducatie overdragen aan gemeenten, volgens het eerder ingezette plan.”
In juni 2011 kwam staatssecretaris Zijlstra met zijn hoofdlijnenbrief waarin het cultuurbeleid vanaf 2013 beschreven staat. Deze hoofdlijnenbrief is met een aantal kleine wijzigingen aangenomen in de Tweede Kamer begin juli 2011. De voorgenomen bezuinigingen hebben grote gevolgen voor Noord-Hollandse culturele instellingen.
Doordat de bezuinigingen zeer fors uitpakken in bepaalde sectoren (o.a. in de podiumkunsten) en niet gefaseerd worden uitgevoerd, bestaat de kans dat instellingen zullen omvallen of dat zij bepaalde taken minder goed uit kunnen voeren. Ook schouwburgen en theaters in Noord-Holland zullen onder druk komen te staan omdat het aanbod zal afnemen.
De recente ontwikkelingen zorgen dat GroenLinks de volgende vragen heeft:
Vragen:
1. In een memo van 9 juni 2009 aan de commissie Sociale Infrastructuur staat te lezen dat de Provincie met de instellingen en de betrokken gemeenten in regionaal verband zal overleggen op welke wijze en in welk tempo de overdracht van de financiering van de 1e lijnsactiviteiten kan plaatsvinden. Is de Provincie op dit moment actief in gesprek met gemeenten en instellingen om de eerstelijnstaken op het gebied van cultuureducatie over te dragen?
2. Zijn er gemeenten of instellingen die bij de Provincie hebben aangegeven dat zij deze taken niet uit kunnen voeren bijvoorbeeld door een gebrek aan kennis of middelen?
3. In dezelfde memo van dd. 9 juni 2009 staat dat middelen die geleidelijk vrijkomen door de overdracht van 1e lijnstaken o.a. zullen worden ingezet voor de uitvoering van een aantal provinciale voorbeeldprojecten op het gebied van cultuureducatie. Wat is de status van deze voorbeeldprojecten?
4. Wat is de status van de uitvoering van tweedelijnstaken door de Provincie op het gebied van cultuureducatie?
5. Deelt de Gedeputeerde de zorgen van GroenLinks dat door de rijksbezuinigingen in de toekomst minder kinderen in Noord-Holland via educatieve projecten met kunst en cultuur in aanraking komen?
6. Heeft de provincie in de afgelopen maanden contact gehad met de Staatssecretaris over zijn voorgenomen bezuinigingen?
7. Op welke manier wil het college de kerntaak ‘spreiding’ vorm gaan geven? Is de opvatting van het college over deze taak gewijzigd na de brief van Staatssecretaris Zijlstra?
8. In het collegeakkoord staat niets te lezen over media-educatie. In de cultuurnota 2009-2010 heeft het vorige college aangegeven dat het van belang is dat de ondersteuning van scholen voor media-educatie op provinciaal niveau vorm krijgt en dat er zal worden onderzocht op welke wijze dit op provinciaal niveau kan. Wat is de visie van het huidige college op media-educatie en de rol van de provincie hierin in de toekomst?
9. Kan het college PS inzicht geven in wat de bezuinigingen van het Rijk betekenen voor de toegankelijkheid van culturele voorzieningen en spreiding in Noord-Holland? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
10. Wat kan de provincie doen om te zorgen dat de toegankelijkheid van kunst en cultuur in Noord-Holland te waarborgen?
11. Ziet het college een rol voor de Provincie om te zorgen dat kennis en expertise op het gebied van kunsteducatie niet verloren gaat als instellingen verdwijnen door de bezuinigingen?
12. Zowel Staatssecretaris Zijlstra als het college kiezen ervoor om niet of nauwelijks op erfgoed te bezuinigen. Deelt het college het standpunt van Groenlinks dat het behoud van erfgoed zeer belangrijk is maar dat we ook moeten zorgen voor het erfgoed van de toekomst?
13. Geven de bezuinigingen en keuzes van het Rijk aanleiding om de omschreven taken in het coalitieprogramma te herzien?