Komen er wel of geen megastallen in Noord-Holland? Kan de provincie door met het aankopen en beheren van natuur? Helaas kregen de vele burgers en organisaties die op 14 februari de Statenvergadering bezochten, op die belangrijke vragen geen antwoord. Op voorstel van de VVD, gesteund door CDA en PvdA, werd besloten de besluitvorming over de aanpassingen in de Structuurvisie tot een volgende vergadering uit te stellen. Dit tot teleurstelling van GroenLinks, dat juist had aangedrongen op het maken van keuzes na vele maanden discussie.
Het belangrijkste onderwerp op de agenda van 14 februari was het al dan niet toestaan van megastallen. In maart 2009 had GroenLinks een meerderheid van de Staten achter een motie gekregen die zich uitsprak tegen megastallen. Deze motie was ingediend naar aanleiding van een burgerinitiatief dat door meer dan 25.000 Noord-Hollanders was ondertekend. In juni 2010 spraken de Staten nogmaals uit dat nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij ongewenst was. Helaas werd ook in juni een tegengesteld voorstel aangenomen (ironisch genoeg gesteund door de Partij voor de Dieren), dat verplaatsing van intensieve veehouderij naar het ‘concentratiegebied voor intensieve veehouderij’ in de Wieringermeer mogelijk maakte.
Sinds het begin van de discussie in 2009 heeft GroenLinks zich consequent tégen de ontwikkeling van megastallen en de groei van intensieve veehouderij uitgesproken. Dit wilden wij ook in de herziening van de structuurvisie definitief vastleggen. Om die reden deed GroenLinks het voorstel om het concentratiegebied voor intensieve veehouderij te schrappen, een maximum van één bouwlaag voor het houden van dieren (dus geen flats) in te stellen en geen nieuwvestiging van intensieve veehouderij toe te staan.
Uitgebreid hebben we ook gediscussieerd over het aantal hectares. Een betere maatregel om vestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij tegen te houden is de hoeveelheid leefruimte per dier (Nge) of het aantal dierplaatsen, in combinatie met eisen aan volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn. Dit zijn echter geen directe bevoegdheden van de provincie (maar landelijke of Europese) en dat kan niet in de provinciale verordening geregeld worden.
In de Structuurvisie die in juni 2010 unaniem door de Staten werd aangenomen is een deel van de provincie aangewezen als gebied voor grootschalige landbouw. In dit gebied zijn bouwblokken van 2 hectare mogelijk (dit is dus bestaand beleid), met een ontheffing voor GS om meer hectares toe te staan. Deze ontheffing geldt voor onder andere bollenteelt, zaadveredeling en kassen, maar helaas ook voor intensieve veehouderij.
GroenLinks heeft ervoor gekozen om de discussie over wel of niet 2 hectare bij deze herziening niet opnieuw te voeren, maar wel alle mogelijke beperkende maatregelen te treffen om megastallen tegen te gaan. Om die reden hebben we naast het verbod op nieuwvestiging, schrappen van het concentratiegebied en maximeren tot één bouwlaag ook voorgesteld in het gebied voor grootschalige landbouw geen ontheffing meer toe te staan. Wij beschouwen dit als een significante verbetering ten opzichte van een situatie waarin ontheffing tot wel 3 of 4 hectare mogelijk was geweest. Wij hebben ook meegewogen dat we voorstellen willen doen die op een meerderheid kunnen rekenen en daarmee ook in praktijk gebracht worden. Ideaal gesproken hadden we het maximum nog verder willen terugbrengen naar 1.5 ha en we zouden ook voor een dergelijk voorstel hebben gestemd. Uit de stellingname van bijvoorbeeld PvdA en D66 bleek echter dat voor 1.5 ha geen meerderheid zou zijn.
Helaas werd door een meerderheid van de Staten (VVD, CDA, PvdA) besloten het onderwerp helemaal van de agenda te halen. Hierdoor kon ook de door onze gedeputeerde Bart Heller zo zorgvuldig uitgevoerde herijking van de Ecologische Hoofdstructuur niet definitief vastgelegd worden. Slecht nieuws voor de dieren, slecht nieuws voor de natuur: een teleurstellende laatste Statenvergadering.