Uit een uitzending van het televisieprogramma Zembla op zaterdagavond 8 januari bleek dat het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen in de bollenteelt waarschijnlijk negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van omwonenden. Naar die gevolgen is nooit behoorlijk wetenschappelijk onderzoek gedaan en de overheid houdt daar in zijn beleid helemaal geen rekening mee. Alle reden voor de statenfractie van GroenLinks om bij het dagelijks bestuur van de provincie aan te dringen op maatregelen. Het economisch belang van de bollenboeren mag immers niet prevaleren boven de gezondheid van de bewoners in Noord-Holland.

Hieronder de tekst van de schriftelijke vragen die GroenLinks Statenlid Klaas Breunissen hierover heeft gesteld.

Schriftelijke vragen

over Bestrijdingsmiddelen en de gezondheid van omwonenden

Amsterdam/Haarlem, 9 januari 2011

Ondergetekende stelt de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.


1. Heeft u afgelopen zaterdagavond 8 januari de televisie-uitzending ‘Gif in de bollenstreek’ van het programma Zembla gezien?


2. In de uitzending werd door de heer Koning van Houdt Zijpe Leefbaar een berekening gemaakt over de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die in de Noord-Hollandse bollensector gebruikt en door de lucht verspreid wordt. Volgens Koning is er in Noord-Holland 12.000 hectare bollengrond, wordt op iedere hectare bollengrond jaarlijks 70 kilo bestrijdingsmiddel gebruikt, wat tezamen leidt tot een jaarlijkse hoeveelheid van 840.000 kilo bestrijdingsmiddelen.

Kunt u deze berekening bevestigen? Kunt u aangeven hoeveel van die 840.000 kilo bestrijdingsmiddelen zich via de lucht verspreidt in de omgeving?


3. Uit onderzoek van de universiteit van Leiden blijkt dat van in de landbouw gebruikte bestrijdingsmiddelen in werkelijkheid veel meer restanten in het oppervlaktewater terecht komen dan volgens theoretische berekeningen wordt verondersteld. Uit metingen in heel Nederland blijkt dat op 55% van de gemeten locaties sprake is van normoverschrijdingen.

Kunt u aangeven op hoeveel locaties in Noord-Holland waar metingen voor dat Leidse onderzoek zijn verricht, sprake was van normoverschrijdingen?

4. Deskundigen constateerden in het televisieprogramma dat de effecten van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt en de landbouw op de gezondheid van omwonenden (middels verspreiding door de lucht) onbekend zijn. Zij bepleiten een grootschalig gezondheidsonderzoek onder omwonenden hiernaar.

Bent u bereid u in te spannen dat een dergelijk gezondheidsonderzoek in Noord-Holland of in Nederland wordt gehouden? Zo ja, bent u bereid als provinciebestuur voor dat onderzoek zo nodig een financiële bijdrage te leveren?


5. Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) gaat bij de beoordeling of en onder welke voorwaarden bestrijdingsmiddelen in de landbouw worden toegelaten, wél uit van het gezondheidsbelang van degene die de middelen toepast en van de toevallige passant, maar níet van de omwonenden. Bovendien houdt het CTGB slechts rekening met de effecten van ieder afzonderlijk bestrijdingsmiddel en niet van de cumulatieve en cocktaileffecten van meerdere middelen die gelijktijdig in de landbouw gebruikt worden. Dat leidt tot onderschatting van de gezondheidsrisico’s.

Bent u bereid bij de rijksoverheid aan te dringen op aanscherping van de normen voor gewasbestrijdingsmiddelen, waarbij rekening wordt gehouden zowel met de belangen van omwonenden als met de cumulatieve en cocktaileffecten van bestrijdingsmiddelen?


6. Hoe wordt in Noord-Holland gecontroleerd of het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt en de landbouw binnen de normen blijft? Wie controleert en hoe vaak? Welke sancties worden opgelegd als sprake is van normovertredingen?


7. Welk beleid voert u om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de Noord-Hollandse bollenteelt en landbouw terug te dringen?

Het lid van Provinciale Staten voor GroenLinks,
Klaas Breunissen