Met ontzetting en verbazing heeft de GroenLinks fractie Noord-Holland kennis genomen van het voornemen van het kabinet om toch de kiezen voor een nieuwe A6-A9 verbinding.

In antwoord op eerdere vragen van GroenLinks meldde de provincie deze verbinding af te wijzen maar geen conclusies te verbinden aan de uitspraken van de eurocommissaris Dimas. Deze is namelijk van mening dat de nieuwe weg niet kan worden aangelegd omdat er een prima alternatief voorhanden is.

GroenLinks vraagt de provincie of de recente ontwikkelingen leiden tot een gewijzigd standpunt.

Ook plaatst de fractie vraagtekens bij het democratische gehalte van het Noordvleugeloverleg.

Tenslotte roept GroenLinks de provincie op om de besluitvorming rondom de IJmeerweg tijdig ter besluitvorming aan gekozen volksvertegenwoordigers voor te leggen.

Hieronder vindt u de vragen zoals gesteld door Cheryl Braam, fractielid GroenLinks Noord-Holland.

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland
De heer mr. H.C.J.L. Borghouts
Postbus 123
2000 MD Haarlem

Datum: 28 april 2006
Onderwerp: schriftelijke vragen ex artikel 45 RvO aanvullende vragen A6-A9 en IJmeerweg

Inleiding

Met ontzetting en verbijstering heeft de statenfractie van GroenLinks via de media kennis genomen van het voorlopige standpunt van het kabinet over de A6-A9. Ontzet omdat de keuze voor de tunnelvariant de doodsteek is voor het natuurgebied Naardermeer. We zijn verbijsterd omdat met deze keuze het kabinet volledig voorbijgaat aan de mening van regionale en lokale overheden en de bevolking in de provincie Noord-Holland.

Deze nieuwe politieke feiten zijn voor de statenfractie aanleiding om de A6-A9 vragen opnieuw aan de orde te stellen.

In uw antwoorden op vragen nummer 51, beprijzing A6-A9 en IJmeerweg, geeft u aan de conclusie te delen dat Nederland af moet zien van de aanleg van een nieuwe verbinding tussen de A6 en de A9 langs het Naardermeer.

1. Nu het kabinet toch lijkt te kiezen voor deze nieuwe verbinding wil ik nogmaals vragen of U inmiddels gevolgen verbindt aan de antwoorden van de eurocommissaris. Zo ja, welke?

2. Ook vraag ik me af welke acties U gaat ondernemen richting het kabinet gezien het voorlopige standpunt in deze.

In deze kwestie komt wederom het gebrek aan democratisch gehalte van het Noordvleugeloverleg naar boven. Immers, in antwoord op de eerder gestelde vragen van GroenLinks heeft u aangegeven met regionale partners in Noordvleugelverband overleg te voeren “gericht op kabinetsbesluiten eind juni 2006”. Echter, u stelt tevens “Besluitvorming door het college in de zin dat wij specifieke uitspraken zullen doen over de verbinding, is in deze fase nog niet aan de orde”. Dit roept bij ons de volgende vragen op.

3. Kunt u aangeven wat de specifieke inzet is van de provincie rondom de IJmeerverbinding? Op welke door u gewenste kabinetsbesluiten is uw inzet gericht?

4. Ligt het, gezien de recente ontwikkelingen, niet voor de hand zo snel mogelijk de discussie met PS aan te gaan over de inzet van de provincie op dit dossier om zodoende PS tijdig in de besluitvorming te betrekken?

5. Bent u het met ons eens dat het niet zo kan zijn dat in Noordvleugelverband over dergelijke zaken standpunten worden ingenomen (dan wel dat in Noordvleugelverband input t.b.v. besluitvorming richting het kabinet wordt vormgegeven) zonder enige democratische legitimering daarvan of besluitvorming door gekozen volksvertegenwoordigers daarover?

Het lid van Provinciale Staten
Cheryl Braam