Op 31 augustus hebben Gedeputeerde Staten geantwoord op de schriftelijke vragen van Harmen Binnema over het Wieringerrandmeer.

Op 28 juli stelde Harmen Binnema de volgende schriftelijke vragen:

In november 2003 werd door middel van een ontwikkelingscompetitie het plan ‘Wieringerrandmeer’ weer nieuw leven ingeblazen. In februari 2004 maakte een jury een keuze uit vijf ingediende voorstellen, waarbij Lago Wirense (samenwerking van Volker Wessels Stevin, Boskalis en Witteveen+Bos) als winnaar uit de bus kwam. Vervolgens zijn onderhandelingen gestart tussen deze private partijen, de betrokken gemeenten, de provincie en het hoogheemraadschap.

In de nieuwsbrief Meer Nieuws van 16 juli jl. viel te lezen dat inmiddels voor 95% overeenstemming is bereikt tussen de private en publieke partijen. Dit zou inhouden dat de Intentieovereenkomst (IOK) in augustus aan de stuurgroep kan worden voorgelegd en in september aan de betrokken gemeenteraden en Provinciale Staten. Volgens diezelfde nieuwsbrief staan in het IOK ‘de hoofdlijnen en principes voor de financiële haalbaarheid, risicoverdeling en realisatie van de visie die Lago Wirense in heeft gebracht’. Tegelijk is het echter nog geen volledig uitgewerkt plan, maar ‘zullen dus veel zaken nog verder moeten worden uitgewerkt. Waar komt het randmeer precies, hoeveel woningen zullen er precies worden gerealiseerd en waar komen die, etc.’

In het Noord-Hollands Dagblad van 21 juli jl. was te lezen dat in plaats van de eerst geplande 1.200 woningen er mogelijk 6.000 woningen in de Wieringermeer gebouwd gaan worden. Dit aantal zou nodig zouden zijn om bij te dragen aan de financiering van het Wieringerrandmeer. De woningen zouden aansluitend aan de bestaande dorpen Wieringerwerf, Middenmeer en Slootdorp gebouwd gaan worden. Deze drie grotere kernen van Wieringermeer hebben momenteel een gezamenlijk inwonertal van ongeveer 12.000. Een uitbreiding met 6.000 woningen zou derhalve een zeer forse groei betekenen, afhankelijk van het soort woningen dat gebouwd zal worden waarschijnlijk een verdubbeling.

In het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (tot 2014) wordt uitgegaan van een woningbouwopgave van 7.500 woningen voor de Kop van Noord-Holland en Texel. De bestaande capaciteit bedraagt 5.200 woningen, waardoor er nog locaties voor 2.300 woningen te zoeken zijn (waarvan 30% binnenstedelijk). In het gebied van het Wieringerrandmeer zijn tussen de 700 en 1.300 woningen gepland. Tevens is bij Julianadorp nog een locatie voor een woonlandschap opgenomen, waarbij overigens geen aantallen woningen genoemd zijn.

Naar aanleiding hiervan heeft ondergetekende de volgende vragen:

Vragen

  1. Is de berichtgeving in het Noord-Hollands Dagblad correct en gaat het inderdaad om een substantieel hoger aantal dan de eerst genoemde 1.200 woningen? Zijn de in het Ontwikkelingsbeeld genoemde 700-1.300 woningen in het aantal van 6.000 al meegenomen?

  2. Voor de gehele kop van Noord-Holland wordt op basis van bouwen voor de eigen bevolking uitgegaan van de noodzaak van 2.300 nieuwe woningen tot 2014. Betekent dit dat de extra geplande woningbouw in de gemeente Wieringermeer niet voor eigen behoefte is? Aan wat voor soort woningen moet hierbij gedacht worden?

  3. Bent u met ons van mening dat een uitbreiding van de kernen Middenmeer, Slootdorp en Wieringerwerf met 6.000 woningen onevenredig is ten opzichte van de huidige omvang van deze kernen en concurreert dit niet ook met de gewenste ontwikkeling in en rond Den Helder?

  4. Eén van de hoofddoelstellingen van het Ontwikkelingsbeeld is herstel van de woonwerkbalans. Is een dergelijk groot aantal woningen hier niet mee in tegenspraak?

  5. Kunt u aangeven welk deel van de financiering van het Wieringerrandmeer vanuit de opbrengst van de woningbouw zou moeten komen?

  6. Als de concrete invulling van het meer, het aantal woningen en de locatie daarvan nog in een later plan uitgewerkt moeten worden, wat wordt dan precies afgesproken in de Intentie Overeenkomst? Temeer daar de IOK wel betrekking heeft op financiële haalbaarheid (kostendragers) en realisatie van de visie?

  7. In hoeverre bindt de provincie zich aan het consortium Lago Wirense door het ondertekenen van de IOK? Wat heeft dit voor gevolgen voor de beslissingsbevoegdheid van PS?

  8. Indien één of meerdere van deze vragen in het kader van de onderhandelingen niet in het openbaar beantwoord kunnen worden, bent u dan bereid de Staten spoedig vertrouwelijk te informeren?

Op 31 augustus hebben Gedeputeerde Staten de volgende antwoorden op deze vragen vastgesteld:
  1. De berichtgeving is correct. Teneinde een sluitende exploitatie te verkrijgen is het nodig extra woningen te bouwen waarvan een deel van de opbrengst toevloeit naar het Wieringerrandmeer. Aan de gemeenten wordt gevraagd om per woning een bepaald bedrag te reserveren voor de exploitatie, dit te reserveren bedrag is vooralsnog een inspanningsverplichting voor de gemeenten. Ten tijde van de vaststelling van de Samenwerkingsovereenkomst kan dit mogelijk gewijzigd worden. Vooralsnog wordt er door de gemeenten gerekend met 6.000 woningen bij de kernen. De 700- 1.300 woningen zijn specifiek voor de plangebied van het randmeer en zijn niet meegenomen in het aantal van 6.000 woningen.
  2. In het kader van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord wordt geen bovengrens voor het aantal te bouwen woningen aangebracht. Gemeenten maken die afweging met elkaar in een regionale woonvisie. Voor zover vóór 2014 meer gebouwd zou worden dan 2.300 woningen is dat niet voor de eigen behoefte. De realisatie van de betreffende 6.000 woningen zal echter in een langduriger periode haar beslag krijgen dan tot 2014. Vooralsnog gaat de stuurgroep uit van een periode tot het jaar 2030. Het soort woningen dient nog nader te worden uitgewerkt.
  3. Het is inderdaad een forse groei. Het is echter aan de gemeenten om met behulp van een Beeldkwaliteitsplan aan te tonen dat die groei gerealiseerd kan worden op een wijze die past in het landschap en die past bij de identiteit van de kernen van de Wieringermeer. Het gaat dus primair om de vraag of er een behoefte is en of de uitwerking ruimtelijk aanvaardbaar is. De ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland Noord in oprichting zal daarbij mogelijk een rol kunnen spelen.
  4. Eén van de uitgangspunten van het project Wieringerrandmeer is de stimulering van bedrijvigheid. Gelet op de demografische ontwikkelingen in het gebied (zie Ontwikkelingsbeeld, bladzijden 17, 18 en 19) zal de woon-werkbalans zich mettertijd herstellen en is het, teneinde te voorkomen dat de woonwerkbalans in een andere richting doorslaat, juist gewenst dat er meer werkenden in het gebied komen wonen. Wij gaan ervan uit dat daar waar de woningen gerealiseerd worden tot 2030 dit zich dus verdraagt met het uitgangspunt om te komen tot verbetering van de woon-werkbalans.
  5. Omdat de Intentieovereenkomst is geformuleerd op basis van een globale visie, met een globale begroting, kan nog weinig gezegd worden over exacte percentages. Om de onderhandelingspositie niet in gevaar te brengen gaan we hier niet in op concrete bedragen.
  6. Intentieovereenkomst houdt het volgende in: (inschrijvingsleidraad p. 33) "De overeenkomst tussen publieke en private partijen waarbij de intentie wordt vastgelegd om gezamenlijk een PPS op te richten, bij voorkeur een gezamenlijk ontwikkelingsmaatschappij, ten behoeve van de ontwikkeling van het Wieringerrandmeer op basis van een overeengekomen visie op het gebied." Om tot deze overeenkomst te komen zijn onderhandelingen gevoerd waarin duidelijk diende te worden of en onder welke voorwaarden de visie van Lago Wirense ook daadwerkelijk haalbaar zou zijn. Daartoe is onder andere op hoofdlijnen de financiële haalbaarheid onderzocht en zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de wijze waarop het project zou worden gerealiseerd. De concrete uitwerking van de visie tot een plan gebeurt in de periode na de vaststelling van de Intentieovereenkomst. Deze vaststelling gebeurt door uw Staten, de raden en CHI (Commissie Hoofd Ingelanden). De uiteindelijke Samenwerkingsovereenkomst zal ook ter finale goedkeuring worden voorgelegd aan uw Staten, de raden en CHI.
  7. De overeenkomst formuleert de bereidheid van partijen om de uitvoering van het project nader te onderzoeken. De publieke partners binden zich niet in juridische zin voor de daadwerkelijke realisatie aan Lago Wirense door het ondertekenen van de Intentieovereenkomst. Wel zijn er in de Intentieovereenkomst enkele inspanningsverplichtingen opgenomen. De Intentieovereenkomst wordt pas ondertekend ná raadpleging en instemming van de betrokken democratische organen. Na ondertekening van de Intentieovereenkomst zal het onderzoek naar de voorbereiding van de realisatie in gezamenlijkheid plaatsvinden. Daarbij houden de publieke organen echter hun eigen formele rol en beslismomenten. Voorafgaand aan de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) is het aan de betrokken democratische organen om het totale voorgestelde pakket te beoordelen. Zegt u op dat moment nee, dan wordt het project op dat moment gestaakt. De beslissingsbevoegdheid van uw Staten, en overigens ook van de raden en het CHI, blijft dus overeind.
  8. Voor zover wij kunnen overzien hebben wij hiermee een antwoord kunnen geven op uw vragen, met uitzondering van vraag vijf. Op 30 september staat het Wieringerrandmeer geagendeerd voor de commissie ROV. Het college zal de statencommissie ROV dan vertrouwelijk informeren over o.a. de financiële aspecten.