Op 21 september hebben Gedeputeerde Staten geantwoord op de schriftelijke vragen van Ria Beens over riooloverstorten.
Op 16 augustus stelde Ria Beens de volgende schriftelijke vragen:
In de maand juli zijn er veel krantenartikelen verschenen over de twee riooloverstorten op het strand die nog in onze provincie te vinden zijn. U hebt daarover zelf ook een persbericht doen uitgaan op 16 juli 2004. De statenfractie van GroenLinks maakt zich al meerdere jaren zorgen over de nog aanwezige riooloverstorten.
Zij belasten het milieu, verontreinigen het strand en het water en kunnen nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid van de aanwezige badgasten, in het bijzonder voor kinderen. Bij het beleidsdebat in mei hebben wij dit probleem nog eens aan u voorgelegd met het verzoek om in overleg te treden met de desbetreffende gemeenten. U heeft ons dat toegezegd. Gezien de problemen die zich de afgelopen weken hebben voorgedaan met de riooloverstorten willen wij graag weten wat de stand van zaken is.
Daarom richt ik mij tot u met de volgende vragen:
Vragen
- Zijn er voor zover u bekend naast de riooloverstorten bij Wijk aan Zee en bij Egmond aan Zee nog andere overstorten die de kwaliteit van het zeewater nadelig kunnen beïnvloeden?
- De vergunningen die zijn uitgegeven om overtollig rioolwater in zee te lozen lopen binnenkort af, zodat er naar andere oplossingen moet worden gezocht. Welke rol heeft/wil de provincie hierbij spelen?
- De waterkwaliteit wordt regelmatig gecontroleerd door TNO. Controleert de provincie zelf ook het zeewater of gaat het alleen af op de rapporten van het TNO? En binnen welke termijn worden de gegevens van het onderzoek aan de provincie doorgegeven?
- Op welke manier onderneemt het college actie indien wordt aangetoond dat de waterkwaliteit te wensen over laat?
- Worden er bij hevige regenval extra metingen verricht?
- Hebben zich in de afgelopen 10 jaar kritische situaties voorgedaan en hoe heeft u daarop gereageerd?
- Uw college heeft ook veel aandacht voor recreatie en toerisme. Zo liet u enige weken geleden met voldoening weten dat vele badplaatsen aan de kust van Noord-Holland een blauwe vlag hadden gekregen. Wijk aan Zee en Egmond aan Zee waren daar niet bij vanwege de aanwezigheid van een riooloverstort aan het strand.
- Gezien enkele passages in het collegeprogramma kan de provincie hier niet tevreden mee zijn en zal de provincie zich in moeten zetten om ook in deze badplaatsen de waterkwaliteit te verbeteren.
- Bent u net als GroenLinks van mening dat de kwaliteit van het zeewater – in belang van recreërende en vakantiehoudende badgasten (en van onze ondernemers) langs onze kust - van onverdachte kwaliteit moet zijn?
- Vindt u daarom ook dat de nog aanwezige riooloverstorten zo snel mogelijk moeten verdwijnen?
- Hebt u daarover al contact gezocht met de desbetreffende gemeenten? En zo ja, wat zijn de resultaten van deze contacten?
- Op welke manier kan en wil de provincie een bijdrage leveren aan het zoeken naar een oplossing om de riooloverstorten op een zo snel mogelijk termijn te saneren?
- Naast de riooloverstorten wordt het zeewater ook vervuild en/of opgewarmd door bedrijven langs de kust, zoals Corus in Velsen en ECN in Petten.
- Om een goed overzicht te krijgen van bedrijven/gemeenten e.d. die lozen op het zeewater of die op andere manieren de kwaliteit of de temperatuur van het zeewater beïnvloeden verzoek ik u tevens om aan Provinciale Staten een totaal overzicht te verstrekken van uitgegeven milieuvergunningen hiervoor en de wijze van handhaving daarvan?
Op 21 september hebben Gedeputeerde Staten de volgende antwoorden op deze vragen vastgesteld:
Stand van zaken
De problematiek rondom de riooloverstorten op het strand bij Wijk aan Zee en Egmond aan Zee speelt al jaren en heeft ook uw aandacht, getuige de huidige en de eerdere vragen van Provinciale Staten over dit probleem. Deze vragen betreffen met name de mate van betrokkenheid en de rol van de provincie bij het oplossen van het probleem. Tot op heden hebben wij ons terughoudend opgesteld en het standpunt ingenomen dat de gemeente primair verantwoordelijk is voor haar rioleringstaken. Wij lieten de gemeenten dan ook steeds weten ?mee te willen denken? in het vinden van oplossingen. In de praktijk betekende dit in feite een zeer terughoudende rol. Wij willen deze opstelling nu wijzigen en een actiever beleid gaan voeren in deze kwestie, om de volgende redenen:
Wij achten het anno 2004 ongepast dat nog steeds ongezuiverd rioolwater op het Noord-Hollandse strand wordt geloosd. Hier speelt het milieu een rol. De provincie beoordeelt de zwemwaterkwaliteit en geeft zwemwateradviezen op grond van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz). Met de Europese zwemwaterrichtlijn in het verschiet, die een verzwaring van de normen met zich brengt, is het verbeteren van de waterkwaliteit dringend gewenst. Daarnaast is de aanwezigheid van de rioolpijpen op het strand geen visitekaartje.
De sanering van van de overstorten is primair een verantwoordelijkheid van de gemeente (realisatie Basisinspanning). Naar gebleken is nemen de gemeenten tot dusverre onvoldoende acties die tot het gewenste resultaat leidt. Wij zullen dit punt vanuit onze rol als toetser van Gemeentelijke Rioleringsplannen bij de betreffende gemeenten aan de orde stellen.
Hoewel wij geen wettelijke taak hebben in de verwijdering of verplaatsing van de overstorten (pijpen), hebben wij hier wel een belang. In het collegeprogramma hebben wij aangegeven dat de blauwe vlag weer op de Noord-Hollandse stranden moet wapperen en de aanwezigheid van de overstorten op het strand belemmeren dit. Het gaat daarbij primair om de aanwezigheid van de rioolpijpen op het strand. De waterkwaliteitsmetingen nabij de overstorten in de Noordzee hebben tot nu toe nooit geleid tot het uitbrengen van een negatief zwemadvies.
De toerismesector heeft last van dit milieuprobleem. Ten eerste komt dit door het aanzicht van zo'n overstort (buis / pijp op het strand) en ten tweede door de vervuiling die het op kan leveren. De blauwe vlag is een kwaliteitskeurmerk die vooral van belang is voor de toerist. Van de Duitse toeristen (met 45% van de toeristen de grootste doelgroep van Noord-Holland) is bekend dat zij hun
strandbestemming uitkiezen mede aan de hand van de aanwezigheid van de Blauwe Vlag. Deze toerist hecht veel waarde aan de blauwe vlag, mede door communicatie-uitingen hierover in Duitsland. Deze toerist associeert de Blauwe Vlag met een schoon, veilig en kwalitatief hoogwaardig strand. De Noordzeekust (incl. Texel) is goed voor 6,3 miljoen overnachtingen, 1/3 van het totaal aantal overnachtingen in Noord-Holland. Dit maakt de kust, na Amsterdam, tot het tweede ?toeristengebied? van Noord-Holland. De toerismesector is goed voor een aandeel van 7,3% van de Noord-Hollandse werkgelegenheid (ca 90.000 banen). De economische waarde van het kusttoerisme (exclusief Texel) in Noord-Holland kan worden geschat op ruim 450 miljoen euro. Het kusttoerisme (exclusief Texel) genereert daarmee circa een kwart van alle toeristisch/recreatieve bestedingen in Noord-Holland (exclusief Amsterdam).
Inmiddels voeren andere betrokken partijen, te weten Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland een actief beleid om de waterkwaliteit in de Noordzee te verbeteren. Dit jaar wordt door Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar de invloed van de Afvalwaterzuiveringsinstallatie bij Balgzandkanaal in de Kop van Noord-Holland en er wordt onderzoek gedaan naar diverse stromingsmodellen, windrichtingsmodellen en de mogelijke vuiltoevoer vanuit Zuid-Holland.
Zuid-Holland voert op bestuurlijk niveau overleg met de ANWB en de waterkwaliteitsbeheerders om de emissie van ongezuiverd rioolwater te Scheveningen en Katwijk te verminderen.
Rijkswaterstaat heeft inmiddels de lozingsvergunningen voor de overstorten in Wijk aan Zee en Egmond aan Zee per 1 april 2005 ingetrokken. Wij hebben op 11 november 2003 positief gereageerd op het voornemen van Rijkswaterstaat om de vergunningen voor de overstorten te Wijk aan Zee en Egmond aan Zee te beëindigen. De beide gemeenten hebben tegen het intrekken van de vergunning beroep bij de Raad van State aangetekend, niet omdat zij niet willen saneren, maar omdat de problemen niet binnen zo?n kort tijdsbestek opgelost kunnen worden. Het probleem is de ligging van Wijk aan Zee en Egmond aan Zee in een duinkom tussen hoger gelegen duinen en het feit dat beide gemeenten niet over open water beschikken, behalve dan de Noordzee. Andere Noord-Hollandse gemeenten lozen bij hoosbuien via overstorten op het aanwezige oppervlaktewater. Beide dorpskernen van Wijk aan Zee en Egmond aan Zee zouden zonder de overstorten ernstig wateroverlast krijgen bij hoosbuien. De kosten om de overstorten te saneren worden geraamd op 1,5 miljoen euro per gemeente.
Samenvattend zijn er de volgende redenen die aanleiding geven om ons actief op te gaan stellen in het oplossen van de overstortproblemen op het strand van Wijk aan Zee en Egmond aan Zee:
- Anno 2004 willen wij geen rioolpijpen open en bloot op het strand;
- Wij hebben grote belangen: de blauwe vlag, i.c. recreatie en kusttoerisme;
- Wij zijn toezichthouder op de zwemwaterkwaliteit, die in het geding is;
- Wij zijn toetser van gemeentelijke Rioleringsplannen;
- De strengere Europese zwemwaterrichtlijn komt er aan, deze noopt ons tot actie in verband met de strengere normering;
- Rijkswaterstaat en provincie Zuid-Holland voeren eveneens een actief beleid en wij willen hierbij aansluiten.
Wij willen de partijen daarom bij elkaar gaan brengen om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Wij zullen u van de voortgang hiermee op de hoogte gaan houden.
Na dit algemeen kader willen wij graag de verdere vragen beantwoorden.
- Langs de Noord-Hollandse kust zijn ons alleen de overstorten te Wijk aan Zee en Egmond aan Zee bekend. Uit informatie van de gemeenten Beverwijk en Bergen lijkt dat de overstort in Wijk aan Zee 6 tot 10 keer per jaar in werking treedt en in Egmond aan Zee gemiddeld 3 keer per jaar voor wat betreft vuilwater. In Egmond is de situatie complexer; hier vindt via de overstort egenwaterafvoer plaats op het strand, maar bij hoosbuien wordt gemiddeld circa 3 keer per jaar tevens vuilwater geloosd. Overigens zijn tevens andere factoren bekend die de kwaliteit van het kustwater kunnen beïnvloeden: fecaliën afkomstig van badgasten, recreatievaartuigen, vogels, baggerspecie en aanvoer van elders door stromingen. In heel Noord-Holland waren op 1 januari 2004 nog 31 risicovolle overstorten aanwezig, waaronder beide overstorten op het Noordzeestrand. Dit najaar ontvangt u van ons een overzicht van de stand van zaken in de uitvoering van de rioleringsopgaven in Noord-Holland.
- Wij zullen ons actief gaan inzetten in het vinden van oplossingen en verwijzen hierbij naar ons antwoord bij de inleiding. Uitgangspunt hierbij is de specifieke verantwoordelijkheid terzake van de betrokken gemeenten.
- TNO voert controles uit in opdracht van de ANWB. De provincie ontvangt de gegevens van de waterkwaliteitsbeheerder te weten Rijkswaterstaat. De provincie toetst de meetgegevens aan de Whvbz en brengt naar aanleiding hiervan een zwemadvies uit.
- Rijkswaterstaat bemonstert één keer in de twee weken gedurende het zwemseizoen, van 1 mei tot 1 oktober en geeft de meetresultaten binnen 4-7 dagen aan de provincie door.
- Door het uitbrengen van een negatief zwemadvies of het instellen van een zwemverbod. Overigens is dit tot nu toe niet het geval geweest bij het zeewater in relatie tot de riooloverstorten.
- Ja, dit jaar loopt er een programma van Rijkswaterstaat waarbij er minimaal drie extra metingen plaats vinden bij of na hevige regenval.
- De afgelopen 10 jaar zijn ons geen kritische situaties bekend in relatie tot de beide overstorten.
- Wij zullen ons actief gaan inzetten in het vinden van oplossingen en verwijzen hierbij naar ons antwoord bij de inleiding.
- Ja.
- Nee, niet direct in het belang van de waterkwaliteit, omdat de waterkwaliteit nabij de riooloverstorten ons tot nu toe niet hebben gedwongen tot het uitbrengen van een negatief zwemadvies; maar wel op grond van de belangen die wij in de inleiding hebben geschetst: blauwe vlag, recreatie en toerisme, toekomstige EU-richtlijn.
- Nee, niet op bestuurlijk niveau, maar wel op ambtelijk niveau. Op 28 december 1998 hebben wij bij beschikking subsidie verleend (€ 90.000,--) aan de gemeente Beverwijk voor het project Riooloverstort Wijk aan Zee. Dit is gedaan ingevolge de Subsidieregeling Gebiedsgericht Milieubeleid (SGM) en met toestemming van het Ministerie van VROM. Er zijn nadien geen voorschotten verleend of uitbetaald. In de beschikking tot subsidieverlening is opgenomen dat de subsidietermijn tot en met het jaar 2001 strekt. Omdat de gemeente tot op heden nog niet tot uitvoering was overgegaan en de SGM-regeling per 1 januari 2004 is beëindigd (VROM stelt vanaf deze datum niet langer haar SGM-gelden ter beschikking), hebben wij onlangs de subsidieverlening voor dit project ingetrokken.
- Er zijn nog geen resultaten geboekt. De kans van de gemeente Beverwijk op subsidie is onbenut gebleven.
- Wij zullen ons actief gaan inzetten bij het vinden van oplossingen en verwijzen hierbij naar ons antwoord bij de inleiding. Omdat wij formeel geen taak hebben beraden wij ons nog hoe wij deze actieve rol gaan invullen. Zodra wij een invulling van onze rol hebben bepaald, zullen wij u hierover informeren.
- Behalve Corus (loost op de Buitenhaven van IJmuiden) en ECN zijn ons geen op de Noordzee lozende bedrijven of gemeenten bekend waarvoor een milieuvergunning is uitgegeven. Rijkswaterstaat is bevoegd gezag voor de lozingen van bedrijven op de Noordzee. De provincie heeft daarvoor geen vergunningverlenende en handhavende rol.