Op 21 september hebben Gedeputeerde Staten geantwoord op de schriftelijke vragen van Klaas Breunissen en Ria Beens over het wrak van de Wan Chun.

Op 16 augustus stelden Klaas Breunissen en Ria Beens de volgende schriftelijke vragen:

In 1972 leed de Wan Chun schipbreuk voor de Noord-Hollandse kust bij Castricum. Het grootste deel van het wrak werd indertijd geborgen, een gedeelte bleef in zee achter. Volgens een bericht in het Noord-Hollands Dagblad van 14 augustus is er mogelijk sprake van, dat er op dit moment olie of bilgewater lekt uit de achtergebleven wrakstukken van de Wan Chun.

Diverse mensen worden in het krantenartikel aangehaald, die bij paal 17 in Castricum een 'diesellucht' ruiken. Ook de verslaggever constateerde dat ter plaatse: 'Vanuit het zuidwesten komt een onmiskenbare diesellucht het strand op en is een oliespoor zichtbaar.' De provinciale milieu-inspectie en de Kustwacht hebben tot nu toe niets geconstateerd, aldus het artikel. Dit bericht is aanleiding voor de statenfractie van GroenLinks tot het stellen van de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten. 

  1. Bent u bereid te onderzoeken wat de oorzaak is van de door diverse getuigen geconstateerde benzinelucht en oliesporen bij paal 17 in Castricum, zoals beschreven in het artikel 'Olie lekt uit restant van wrak Wan Chun' in het Noord-Hollands Dagblad van 14 augustus jl?
  2. Is het volgens u mogelijk dat olie of bilgewater uit het restant van het wrak van de Wan Chun afkomstig is? Zo ja, om welke hoeveelheden gaat het dan?
  3. Welke gevolgen hebben deze eventuele lekkages van olie en bilgewater op de natuur én op de toeristische aantrekkelijkheid van het strand bij Castricum?
  4. Welke maatregelen neemt u om de benzinelucht en oliesporen voor de kust van Castricum te bestrijden?
Op 21 september hebben Gedeputeerde Staten de volgende antwoorden op deze vragen vastgesteld:
  1. Nee. Een onderdeel van Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland, dienstkring Noordzeekanaal bestudeert de oorzaken van deze meldingen en of er iets aan te verhelpen valt. Overigens is de lokatie paal 47,0 te Castricum en niet paal 17.  De verdere beantwoording hier ontlenen we aan de mededelingen die we van Rijkswaterstaat hebben ontvangen.
  2. Onbekend. Een restant van het wrak van de Wan Chun kan de oorzaak zijn, maar wellicht ook een losgeslagen tank of olievat.
  3. Het geeft stankoverlast en is in die zin hinderlijk voor passanten. Schade aan de natuur treedt niet op. Omdat er geen visuele hinder is, zal de schade voor de recreatie beperkt zijn en alleen heel plaatselijk.
  4. A) Er is een bord geplaatst waarmee wordt gewezen op de mogelijke rest van het wrak en dat het gevaarlijk voor zwemmers kan zijn.
  5. B) Bij Rijkswaterstaat wordt momenteel in eigen kring gezocht naar expertise om hier aan oliebestrijding te doen, met de kanttekening dat het zeer wel mogelijk is dat er geen concrete bestrijdingsmogelijkheid voorhanden is, gelet op de ongunstige ligging van de restanten