Tijdens de behandeling van de begroting in Provinciale Staten op 14 november heeft GroenLinks o.a. het economisch belang van Schiphol aan de orde gesteld. De hele tekst die Bart Heller uitsprak:
Voorzitter,
Ik wil het vandaag hebben over welzijn en welvaart. We weten het allemaal nog van school: welzijn is het algehele welbevinden van mensen en welvaart betreft de materiële situatie van mensen. In zekere zin kun je zeggen dat welvaart een onderdeel is van of, in enige mate, nodig is voor welzijn. Hoewel welvaart en welzijn dus niet tegenover elkaar staan, is het volgens GroenLinks toch goed om hier specifiek aandacht te schenken aan het welzijn van onze inwoners, omdat dit nogal eens onder dreigt te sneeuwen in de overdaad aan aandacht voor hun welvaart. Twee voorbeelden.
Op de laatste Noordvleugelconferentie (februari) is besloten dat voor Schiphol een metropolitane strategie geldt. Wat is dat nu weer? Deels niets anders dan een ander woord voor mainport-strategie, immers na een tijdje heb je een nieuw toverwoord nodig om je doel te bepleiten. En het doel van zowel de mainport- als de metropolitane strategie is de verdere groei van Schiphol mogelijk te maken, uitgaande van de premisse dat voor Schiphol een plek in de top-3 van grootste luchthavens van Europa noodzakelijk is. In de begroting geeft ook ons eigen dagelijks bestuur zich volledig over aan deze metropolitane strategie. Er wordt ons zelfs meer geld (385.000 euro in 2006) daarvoor gevraagd. Waarvoor precies? Voor het voeren van "een actieve lobby om te zorgen dat Schiphol binnen de geldende milieu- en veiligheidsgrenzen kan groeien en daarmee haar Mainport- en HUB-positie kan handhaven".
Een ander voorbeeld: het manifest van de Holland Acht. Ik citeer uit het eerste deel van het manifest, uit de analyse die ten grondslag ligt aan hetgeen wordt voorgesteld. "Tot een aantal jaren geleden behoorde de Randstad bij de top van grootstedelijke regio's in Europa, gemeten naar bruto regionaal product per hoofd van de bevolking. Onderzoek wijst uit dat die positie in de top in het geding is. (…) Randstad Holland moet een positie in de top-5 hebben om ook in de toekomst het welvaartsniveau voor haar inwoners op peil en de economische motor van Nederland draaiende te houden."
Voorzitter,
In beide gevallen gaat het over welvaart, over economisch gestuurde redeneringen en analyses, gebaseerd op de idee van wat ik hier zal noemen "alles of niets". Dit idee is heel simpel: als we niet tot de absolute winnaars behoren, dan zijn we automatisch de absolute verliezers. We hebben alles, of we hebben niets. We zitten in de top 3 of 5 of we verliezen totaal. We spelen Champions League of we degraderen. Zonder dat daar een tussenweg in zou zijn.
Concreet: als Schiphol niet tot de Top-3 van luchthavens in Europa behoort, dan dreigt totale verelendung en economische achteruitgang. Of, zoals de Bende van Acht stelt: als de economische groei van de Randstad niet tot de hoogste vijf van Europa behoort, dan kunnen we het welvaartsniveau van onze inwoners niet op peil houden. Kolder natuurlijk, absolute kolder. Alsof de inwoners van regio's met luchthavens die niet in de Europese Top-3 staan, allemaal aan de bedelstaf zijn. Alsof men in, pak 'm beet, Barcelona, Madrid, Kopenhagen, Rome, Wenen en Stockholm van de honger omkomt. Natuurlijk niet. Kolder, zo zei ik al.
Net als de puur economische drogredenatie die het uitgangspunt is van de Bende van Acht. We hebben het hier immers over economische groei-cijfers. Stel dat de economische groei in een vijftal andere regio's van Europa 2,5 procent is en in de Randstad "slechts" 2,0 procent, staan dan direct al onze voorzieningen en verworvenheden onder druk? Moeten we soms vast gaan hamsteren voor de komende hongerwinter? Natuurlijk niet. Kolder.
Alsof er alleen zwart en wit zouden zijn en geen grijs. Alsof er geen gematigde economische groei mogelijk is maar alleen óf maximale economische groei óf absolute achteruitgang. Nogmaals: kolder. Drogredenen van belangengroepen die iets willen bereiken. Wat hun goed recht is, maar van verstandige bestuurders verwacht je daarbij distantie en kritisch vermogen.
GroenLinks beschikt over voldoende kritisch vermogen om niet blind achter dergelijke kolder aan te lopen. Ook al beseffen we donders goed dat geld eerst verdiend moet worden voordat het kan worden uitgegeven. En weten ook wij heel goed dat daartoe economische ontwikkeling noodzakelijk is. Mensen willen wonen en mensen willen werken. Maar wel in balans. In balans met andere behoeften. En net zo dient economische ontwikkeling in balans te zijn met andere ontwikkelingen.
Mensen zijn niet alleen werknemer. Een werknemer is ook partner, vader of moeder en vriend of vriendin van anderen. En dezelfde werkneemster die 's ochtends met de auto naar haar werk rijdt, doet 's middags op de fiets boodschappen en gaat in het weekeinde sporten en met haar kinderen wandelen in de natuur. En 's avonds met haar man naar het theater of de bioscoop. Uiteindelijk is elke werknemer het merendeel van zijn tijd iets anders. Uiteindelijk hebben mensen méér behoeften dan een zo hoog mogelijk salaris. Een prettige leefomgeving, veiligheid, mogelijkheden om te ontspannen en uit te rusten, en nog zo ontzettend veel meer. Een baan hoort daar voor velen bij, ter zelfontplooiing en om geld te verdienen. Maar als iemand 's nachts niet kan slapen van de overvliegende vliegtuigen of buiten werktijd niet kan ontspannen door bijvoorbeeld met partner of kinderen in de natuur te wandelen of te fietsen, omdat er simpelweg geen natuur meer ís, dan klopt er iets niet. Dan is economische ontwikkeling niet in balans met andere ontwikkelingen en behoeften.
< artikel Telegraaf >
Voorzitter,
Ik hoor het al zeggen. "Als de economie niet genoeg groeit, verworden we tot het Jutland van Europa". Ik heb het al zo ontstellend vaak gehoord, in tal van varianten. Het ultieme dreigement van de aanhangers van de economische drogredenen en het "alles-of-niets"-idee. Ik wil u het volgende niet onthouden. Al vele jaren lang wordt er longitudinaal Europees onderzoek gedaan naar de vraag hoe gelukkig mensen zijn, uitgesplitst naar regio. En weet u welke Europese regio's keer op keer bovenaan staan met de meest gelukkige inwoners? Drente en…. Jutland.
Volgens ons hoeft er voor de groeimogelijkheden van Schiphol bij deze regering niet te worden gelobbyd. Onze regering is van zichzelf al groot voorstander van verdere groei van de luchthaven. Zozeer zelfs dat woningbouwplannen in de Haarlemmermeer in de verdrukking komen. Het rijksbeleid is eenzijdig gericht op economische ontwikkeling ten koste van andere, minstens zo belangrijke belangen als volkshuisvesting en leefbaarheid.
Begin oktober berichtten de media over een plan van het bedrijfsleven voor een ‘Werkstad A4’, een logistiek bedrijvenpark bij Schiphol. Tot de plannenmakers behoren direct belanghebbenden als Air Cargo Nederland, KLM, Bloemenveiling Aalsmeer, Nederland Distributieland, Schiphol en Kamer van Koophandel. Wat willen ze? Een internationale toplocatie voor handel en logistiek vlakbij Schiphol, om de mainport-functie te versterken.
Hier zien we, naast de idee van "alles of niets", een ander interessant verschijnsel dat vaker waarneembaar is bij dit soort lobbies: de omkering van doel en middelen. Luidde de redenering aanvankelijk dat de mainport-functie van Schiphol nodig was voor de economische ontwikkeling in de vorm van o.a. kantoren en bedrijventerreinen, nu blijken kantoren en bedrijventerreinen ineens noodzakelijk om de mainport-functie te versterken. Eeehhh… wat doen we nu precies waarvoor? Of noemen we dit nu juist metropolitane strategie? Doet me denken aan toenmalig minister-president Kok die ons jaren geleden uitlegde dat de hogesnelheidstrein nodig was om het vliegverkeer binnen Europa terug te dringen. En nog zie ik diezelfde Wim Kok een paar jaar later met even droge ogen op tv uitleggen dat de hogesnelheidstrein nodig was om… de voor de groei van Schiphol benodigde passagiersstromen aan te voeren.
Voorzitter,
De economische visie achter Werkstad A4 en soortgelijke ontwikkelingen is niet de onze. Los van de al bestaande overdaad aan bedrijventerreinen in de Haarlemmermeer, vindt GroenLinks dat we ons niet nog meer moeten richten op meer transport en logistiek, op nog meer goederentransport door de lucht of over de weg. Nederland Distributieland is oude economie, die slecht is voor het milieu en weinig geld oplevert. In een dichtbevolkt en hoog ontwikkeld land als Nederland moeten we onze economische kracht in andere sectoren zoeken. In kennis, in technologieontwikkeling, in innovatie en creativiteit. Nederland Kennisland moet de inzet zijn.
Werkstad A4 is helaas geen onschuldig plannetje van een paar jongens en meisjes uit het bedrijfsleven. De BRS, de Bestuurlijke Regiegroep Schiphol, volgt gedwee. De BRS bestaat uit de provincie en een aantal gemeenten, onder leiding van de provincie. De BRS bracht in augustus het ‘Verbreed mainportprogramma korte termijn’ uit, een uitvoeringprogramma van de eerder genoemde metropolitane strategie. GS schrijven in de Memorie van Antwoord (p. 65-6) dat zij verbetering van de leefomgeving en leefbaarheid van Schiphol belangrijk vinden. In het BRS-Uitvoeringsprogramma lezen we waarom: "Investeren in de mainport-ontwikkeling moet hand in hand gaan met het investeren en compenseren in de omgeving met als doel de leefbaarheid te verbeteren. Want draagvlak voor verdere groei is niet vanzelfsprekend. Er is een “sense of urgency” bij alle partijen om het vertrouwen van bewoners te herstellen. Deze urgentie wordt vertaald in concrete investeringen in de omgeving". Het gaat helemaal niet om natuur en milieu en de leefbaarheid van onze inwoners, maar om draagvlak voor verdere groei! Ontluisterend.
Voor een evenwichtige balans tussen diverse functies (wonen, werken en recreëren) én voor de ontwikkeling van een eigentijdse, innovatieve en creatieve economie is het eenzijdige, rücksichtlose metropolitane ruimbaanbeleid voor Schiphol ongewenst. Leefbaarheid, natuurbehoud, milieubescherming en veiligheid zijn geen bijproducten van Schiphol, maar moeten integraal onderdeel uitmaken van het beleid ten aanzien van Schiphol. Net zoals deze en andere belangen net zo goed bepalend zijn voor de toekomst van de Randstad als een plaats in welke economische hitlijst dan ook. Die toppop-lijstjes zeggen ons weinig. Zo heb ik hier een recent berichtje over een Europees onderzoek, waaruit blijkt dat Amsterdam stijgt van de 44e naar de 18e plaats als het gaat om de verwachte economische groei. Terwijl de regio in de hitparade van de Holland Acht in dezelfde periode juist kelderde van 5 naar 19… Het zal allemaal wel. Dat gejojo op economische lijstjes is leuk voor bestuurders die graag de grootste willen hebben, maar onze inwoners hebben er niets aan. Die willen dat hun bestuurders de voorwaarden scheppen voor economische groei, maar óók voor een prettig en aangenaam leven waarin niet alleen gewerkt wordt, maar ook wordt gerecreëerd, tijd wordt doorgebracht met vrienden en familie en van de omgeving wordt genoten.
Voorzitter,
vanuit dit uitgangspunt wil ik een aantal zaken kort aan de orde stellen en enkele moties indienen. Om het evenwicht tussen welvaart en welzijn op een aantal punten te herstellen.
Een plek waar dit evenwicht duidelijk verstoord dreigt te worden, is ten zuiden van Amsterdam, waar door de minister wordt gedacht aan een directe wegverbinding tussen de A6 en de A9. Wij kunnen ons werkelijk niet voorstellen dat iemand die dit gebied kent, serieus zou overwegen om hier een nieuwe snelweg doorheen te leggen. Zeker daar er goede alternatieven voorhanden zijn: de zogenoemde stroomlijnvariant uit de Uitweg en, zo heeft het CPB recent becijferd, beprijzing van het autogebruik op dit traject. Het betreffende gebied is vanuit natuur, landschap en cultuurhistorisch perspectief van grote waarde. Het is bovenal van grote waarde voor al die mensen die er wonen én de vele mensen, bijvoorbeeld uit Amsterdam, die er recreëren. Het standpunt dat door deze coalitie in het collegeakkoord is geformuleerd, namelijk een onverkorte afwijzing van een nieuwe, directe wegverbinding A6-A9, is wat ons betreft dan ook keihard en staat niet open voor heronderhandeling. Wij voelen ons daarbij gesteund door de grote opkomst bij de protest manifestatie van afgelopen zaterdag van het Platform Tegen A6-A9.
Een ander onderwerp op het snijvlak van welvaart en welzijn dat de afgelopen periode terecht zeer veel aandacht heeft gekregen, is de luchtkwaliteit. Ook de provincie heeft inmiddels een Actieplan Luchtkwaliteit gepresenteerd. Wij zijn daar blij mee en zien dit als een goede eerste stap om te komen tot daadwerkelijke verbetering van de luchtkwaliteit in onze provincie. Daarbij zien wij normen voor luchtkwaliteit nadrukkelijk niet primair als hindernis voor maximale economische groei, maar vooral als noodzakelijk voor ons aller volksgezondheid. Vertraagde bouw- en wegenplannen zijn één ding, maar zo'n 5.000 mensen die jaarlijks voortijdig overlijden als gevolg van fijn stof zijn wat ons betreft van een geheel andere orde. Van een lobby voor versoepeling van de Europese normen voor luchtkwaliteit als zodanig, zoals een van de ontwerp besluiten van de komende Noordvleugel-conferentie behelst, kan wat ons betreft dan ook geen sprake zijn.
Vanuit die optiek hebben wij, zoals we ook eerder hebben aangegeven, grote twijfels bij de toepassing van de zogenoemde saldobenadering zoals GS die voorstaan, bijvoorbeeld bij de N201. Een juiste saldobenadering bestaat er wat ons betreft uit dat groei van luchtvervuiling op de ene plek minimaal gecompenseerd wordt op een andere plek in hetzelfde gebied, met als randvoorwaarde dat de totale luchtvervuiling daalt en wel zodanig dat tijdig de Europees gestelde normen worden gehaald in het betreffende gebied. Daar is in de aanpak van GS echter geen sprake van: hier wordt groei van luchtvervuiling in het ene gebied, dat dunbevolkt is, 'weggestreept' tegen verbetering van de luchtkwaliteit in een ander, dichtbevolkt, gebied, terwijl de totale luchtvervuiling in absolute zin toeneemt. Dat is naar onze overtuiging geen saldering, maar een verschuiving en wij denken dan ook dat deze benadering geen genade zal vinden in de ogen van de Raad van State. Wij roepen GS daarom op om met aanvullende maatregelen te komen en wel zodanig dat niet alleen de luchtvervuiling afneemt binnen de bebouwde kom van de betrokken gemeenten, maar ook in absolute zin in het grotere gebied als geheel.
Het Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit biedt daartoe voldoende aanknopingspunten, mits de daarin opgenomen acties nader worden uitgewerkt, zoals ook is toegezegd door GS. Op een tweetal onderdelen willen wij u daar actief toe aansporen, middels een tweetal moties.
< moties luchtkwaliteit >
Voorzitter,
Ik had het over de N201. In oktober vorig jaar hebben we daarover besluiten genomen in dit huis. Daarbij is door Groenlinks een motie ingediend die unaniem is gesteund en waarin een duidelijke voorkeur werd uitgesproken voor een Amstelpassage in de vorm van een aquaduct. Wij begrijpen dat GS, binnen de financiële kaders van het totale project, gezien de meerkosten vooralsnog hebben gekozen voor een brug. Het betreft hier echter een besluit dat wij niet alleen nemen voor onszelf, maar ook voor generaties na ons. In het licht van de unanieme Statenuitspraak van vorig jaar, zijn wij dan ook van mening dat er alsnog alles aan gedaan dient te worden om ter plekke een aquaduct mogelijk te maken. Zeker nu er in de regio bereidheid blijkt te bestaan om hieraan ook daadwerkelijk financieel bij te dragen. De provincie dient hierin een voortrekkersrol te spelen, teneinde te komen tot een situatie waarin de meerkosten van een aquaduct gezamenlijk worden gedragen door alle betrokken partijen: gemeenten, waterschap en de provincies Noord-Holland en Utrecht. Inzet daarbij moet naar onze mening een gelijke lastenverdeling tussen regio en provincie zijn. De specifieke verantwoordelijkheid van de provincie in dezen hebben wij vorm gegeven in een gezamenlijke motie van ……
< motie aquaduct >
Voorzitter,
Ik heb eerder al de Noordvleugel-conferenties genoemd, waarop o.a. gesproken wordt over metropolitane strategieën. Deze conferenties worden bevolkt door dagelijks bestuurders, die onderling besluiten nemen over zaken die van grote invloed kunnen zijn maar waar wij als Staten slechts achteraf kennis van kunnen nemen. Wij erkennen een zekere meerwaarde van de Noordvleugel-conferenties daar waar het gaat om regie en coördinatie, maar signaleren tegelijkertijd wel een 'democratisch gat'. Wij zijn van mening dat de Staten de ambitie moeten hebben om hierin een grotere en nadrukkelijkere kaderstellende rol vooraf te spelen en wij dienen daartoe de volgende motie in.
< motie Noordvleugelconferentie >
Ik heb het zojuist ook al even kort gehad over Nederland Kennisland en over het belang van technologische ontwikkeling en innovatie. Gelukkig is de provincie ook op deze gebieden actief, o.a. onder de noemer Kennisalliantie. Wij geven ook op dit gebied graag een steuntje in de rug, middels de volgende motie.
< motie internet-portal >
Voorzitter,
Tenslotte wil ik nog iets kwijt over windenergie. Het is niet voor het eerst dat vanuit de VVD-fractie twijfels worden geuit over nut & noodzaak en wenselijkheid van windenergie. Het politieke en maatschappelijke debat hierover woedt inmiddels hevig. Dat is goed wat ons betreft. Net zoals het goed is dat we de doelstelling uit het collegeprogramma nu reeds behaald hebben en deze doelstelling voor Noord-Holland daarom verhogen van 200 naar 300 MW windenergie. Afgelopen week zijn we er weer op gewezen dat op wereldschaal ook de komende jaren sprake zal zijn van een verdere explosieve groei van het energiegebruik. Met alle gevolgen van dien: verdere stijging van de energieprijzen en een verdergaande eenzijdige afhankelijkheid van de Westerse wereld van de olie-exporterende landen, als niet eveneens wordt ingezet op andere energiebronnen. Daarnaast is de CO2-emissie van de traditionele elektriciteitscentrales in dit land tussen 1990 en 2003 toegenomen met 14 miljoen ton, waar de Kyoto-doelstelling uitgaat van 40 miljoen ton reductie voor ons land in 2010. Met windenergie alleen kunnen we deze doelstelling niet halen. Maar duidelijk is dat het probleem zo groot is, dat we alle beschikbare middelen maximaal zullen moeten inzetten. Zon, biomassa en waterkracht, maar zeker óók windenergie.