De oostelijke Purmer moet worden opgenomen binnen de grenzen van het nationale landschap Laag Holland. Dat bepleitte GroenLinks statenlid Klaas Breunissen in de vergadering van de statencommissie ruimtelijke ordening van 30 november, waar de begrenzing van dit nationale landschap op de agenda stond.

Nationale landschappen zijn gebieden met bijzondere landschapskenmerken en door het rijk aangewezen. Ze zitten niet op slot zoals bijzondere natuurgebieden, maar als er gebouwd wordt moet de bescherming en versterking van de landschappelijke kwaliteiten uitgangspunt zijn ('behoud door ontwikkeling'). Het gebied tussen Hoorn, Alkmaar, Beverwijk en Amsterdam is zo'n nationaal landschap en heet Laag Holland. Het landschap ervan wordt gekenmerkt door grote openheid, veenweidegebieden en droogmakerijen. De provincie moet de precieze begrenzing ervan vaststellen in een streekplanherziening.

Volgens GroenLinks hoort de oostelijke Purmer, net als de Schermer en de Beemster, bij het nationale landschap. Gedeputeerde Staten willen dat niet omdat ze grootschalige verstedelijking van de oostelijke Purmer in de toekomst niet onmogelijk willen maken. Daarmee denken ze op het zogenaamde plan-Dijkstra dat uitgaat van het bouwen van 36.000 woningen daar, een soort tweede Purmerend. GroenLinks vindt dat een slecht plan.

Een nieuwe overloopgemeente daar zal de scheve woonwerkbalans met het gebied ten zuiden van het Noordzeekanaal vergroten, zal een enorme uitbreiding van de infrastructuur noodzakelijk maken dwars door het veenweidelandschap van Waterland, en zal het nationaal landschap Laag Holland van binnenuit opblazen. Grootschalige woningbouw hoort thuis ten zuiden van het Noordzeekanaal.

Maatschappelijke organisaties als de LTO en de Milieufederatie zijn ook van mening dat de oostelijke Purmer bij Laag Holland hoort. De gemeenteraad van Waterland heeft onlangs op initiatief van de GroenLinks-fractie unaniem een motie aangenomen om de oostelijke Purmer op te nemen in Laag Holland. De GroenLinks-fractie in Purmerend haalde voor een dergelijk voorstel helaas geen meerderheid. Nu is het woord aan Provinciale Staten die op 18 december definitief de begrenzing vaststellen.