Lastig in het begin. Inmiddels lukt het aardig. Het zijn zo van die gewoontes die je niet voor niets gewoontes noemt. Je vindt het gewoon om het zo te doen, je staat er nooit bij stil. Tot iemand je er bij stil laat staan.

Ook in mijn fractie was iemand die besloot zich niet langer te laten aanspreken met meneer. Het was aan mij eigenlijk ongemerkt voorbij gegaan. Tot dat hij daar aan refereerde in een interviewtje voor de interne nieuwsbrief van de Provincie.

Maar zo onopgemerkt als de switch was geweest, zoveel aandacht kreeg de tweet met een verwijzing naar dat interview: ‘we moeten af van ‘meneer’ of ‘mevrouw’ in de Staten waar dat niet nodig is.’ Nou had hij zelf niet gezegd wat er moet, hem was gevraagd wat hij graag veranderd zou zien. Nou dat dus. Maar goed, wie leest er nog een letter als ie zo’n gierende tweet leest… Want zo werd het tweetje kennelijk opgevat door sommigen.

Heel wat reacties waren van bedenkelijk allooi. Lelijk, flauw, onjuist, ongenuanceerd, beledigend etc. Zo ontstond een kleine twitterstorm die dezelfde avond nog op de fractievergadering ter tafel kwam. Wat te doen? Wel iets van zeggen, niet iets van zeggen?

Sommige twitteraars vonden vooral dat GroenLinks zich weer druk maakt over problemen die er niet zijn. Of soms wat preciezer, dat GroenLinks zich druk maakt over dingen ‘waar een kleine groep last van heeft’. Ook zijn er mensen die dit standpunt aanleiding vinden voor intimiderende en bedreigende opmerkingen. Daar moeten we allemaal een grens trekken: online haat tegen politici en opiniemakers groeit en dat is schadelijk voor ons debat. 

Ja, inderdaad ja. Waar één onderdrukt wordt, is niemand vrij. Ik houd mezelf graag voor dat dát de kern van GroenLinks raakt. Juist voor een kleine groep wil ik opstaan, juist voor wie niet wordt gehoord, moet ik me uitspreken. Totdat zij dat zelf kunnen, óf nadat zij dat zelf al hebben gedaan, zodat ze steeds beter worden gehoord.

Volgende week bespreken we met de fractie of we het voorbeeld van Statenlid Kostić en Statenlid Gringhuis zullen volgen. Ik heb persoonlijk mijn beslissing daarover al genomen. Noem mij maar geen mevrouw meer, ik vind Statenlid veel passender.