Het bedrijf Tata Steel in IJmuiden kent een rijke geschiedenis. Opgericht in 1918 aan het Noordzeekanaal - een symbool van Nederlandse innovatie en zelfstandigheid - werd het bedrijf lange tijd door omwonenden omarmd. Nog steeds zijn er families die van generatie op generatie werken bij ‘onze staalfabriek’. Maar de eisen die we als maatschappij aan de industrie stellen, zijn de afgelopen decennia langzaam veranderd. Onze gezondheid legt daarbij steeds  meer gewicht in de schaal.



GroenLinks zet zich in voor een groene en duurzame economie. Tegelijkertijd heeft onze moderne samenleving staal hard nodig. We gebruiken het in onze voertuigen, gebouwen en nog veel meer. Tata Steel levert hieraan een belangrijke bijdrage en voorziet bijgevolg veel mensen van een goede baan. Bij het bedrijf komt het allemaal samen: een grote werkgever met een belangrijke rol, die tegelijkertijd, gelegen tussen de woonwijken, enorm veel uitstoot produceert. Het is van het grootste belang om hier zo snel mogelijk een goede balans in te vinden.



Het probleem is dat een groot deel van het bedrijf nog werkt volgens standaarden van de vorige eeuw. Strikt genomen mag dat. De vergunningen zijn gebaseerd op de zogenaamde ‘best bestaande technieken’ toen de fabrieken werden gebouwd. Dat betekent dat het toepassen van nieuwe, betere technieken niet verplicht is. Dat is problematisch. Het bedrijf zorgt namelijk dagelijks voor forse overlast door de uitstoot van fijnstof, ultrafijnstof en andere zorgwekkende stoffen. Dit schaadt de gezondheid van omwonenden. Maar de vergunningen zijn slechts een deel van het verhaal. Voor een bedrijf zo groot als Tata is ook de maatschappelijke acceptatie van groot belang. En in toenemende mate zijn omwonenden niet meer bereid gezondheidsrisico’s te nemen. ‘We hebben het eigenlijk altijd wel geweten’, zo klinkt het vaak. Dit is onacceptabel. Voldoen aan minimale eisen is niet meer voldoende. Het is cruciaal dat Tata stappen zet om dé staalfabriek van de toekomst te worden en reëel stappen neemt om de uitstoot te minimaliseren.

Tata heeft belangrijke kaarten in handen maar lijkt ervoor te kiezen deze slecht uit te spelen. Geen enkele fabriek kan profiteren van zoveel gezondheidsonderzoek, zelfs recent door het RIVM. In plaats van dit te gebruiken, kiest Tata er juist voor om hard uit te halen naar het RIVM. En dat op dezelfde avond dat zij omwonenden voorlichtten over de gezondheidseffecten door looduitstoot. Het resulteert enkel in onbegrip en irritatie. Het project HIsarna is een baanbrekend concept waarbij de uitstoot van staalproductie radicaal kan worden teruggebracht. Toch heeft Tata het project recent uitgesteld, Tata wil kennelijk niet meer investeren. En tegen de CO2-belasting - cruciaal voor onze klimaatdoelstellingen - kondigde het bedrijf aan zich ‘met elke vezel’ te verzetten. Allemaal tekenen dat Tata zich afkeert van de samenleving en zich verzet tegen de moderne tijd. 



Tata is niet de meest vervuilende staalfabriek in de wereld, maar ook zeker niet de schoonste. Er komen steeds meer voorbeelden van staalfabrieken die standaard worden opgeleverd met overkappingen en afzuiginstallaties. En bij voorkeur in de buurt van een winningsgebied zodat transport van kolen en ijzer minimaal blijft. Als Tata tegenover die concurrentie ook voor de komende honderd jaar relevant wil blijven, is een ambitieuze agenda voor vernieuwing hard nodig, voor het bedrijf én de inwoners van de IJmond. 

Bovendstaande tekst verscheen op zaterdag 5 oktober als opiniestuk in het Noordhollands Dagblad.

foto: Merlin Daleman