Hieronder volgt de inbreng van fractievoorzitter Bart Heller tijdens het statendebat over het collegeprogramma 'Bruggen slaan'.
Voorzitter. Voor GroenLinks is dit een historische dag. Nog niet eerder nam GroenLinks deel aan het dagelijks bestuur van de provincie Noord-Holland, maar vanaf vandaag is deelname, weliswaar vier jaar te laat, dan toch een feit. Ook voor de provincie Noord-Holland is dit een historische dag en niet alleen omdat deze mooie provincie vandaag haar eerste GroenLinks-gedeputeerde krijgt, maar vooral ook omdat vandaag een bijzonder college van gedeputeerde staten wordt geïnstalleerd. Wij zijn, met D66, CDA en VVD, de uitdaging aangegaan om tot een bijzondere bestuurlijke samenwerking te komen; een ongebruikelijke en gedurfde vorm van bestuurlijke samenwerking, die traditionele partijpolitieke scheidslijnen overstijgt; een vorm van samenwerking die daadwerkelijk bruggen slaat; bruggen tussen partijen die gewend zijn om tegenover elkaar te staan in plaats van naast elkaar; bruggen ook tussen beleidsinhoudelijke tegenstellingen; bruggen tussen natuur en landschap enerzijds en economie en wonen anderzijds.
Een mooi voorbeeld van zo'n brug is het omgaan met nieuwe woningen en bedrijven. Uit respect voor het landschap moet nieuwe ruimte voor wonen en werken eerst worden gevonden in het bestaand bebouwd gebied, zo heet het in de preambule van het collegeakkoord. Deze brug is geslagen tussen de erkenning dat er woningen gebouwd moet worden enerzijds en de inspanningsverplichting om het zoveel mogelijk binnen bestaand stedelijk gebied te doen anderzijds, dus woningen voor Noord-Hollanders met respect voor natuur en landschap. Voor mijn fractie is dat een zeer belangrijke brug. Ik zal daar zo dadelijk dan ook nog op terugkomen.
Dat de vier verschillende fracties erin zijn geslaagd om deze bruggen te slaan, stemt tot tevredenheid en trots. Toch moeten wij goed beseffen dat het werk met de totstandkoming van het collegeakkoord niet is gedaan, maar net is begonnen. Vanaf vandaag - oké, morgen dan - zal het college aan de slag moeten om de gemaakte afspraken waar te maken. Die afspraken zijn niet zelden ambitieus, zodat er nog flink aan getrokken zal moeten worden om ze ook daadwerkelijk te realiseren. Ter illustratie daarvan de reactie van de Milieufederatie Noord-Holland op het collegeakkoord en dan met name op de eerdergenoemde afspraak over intensiever ruimtegebruik. Het uitgangspunt om woningbouw in eerste instantie binnen de bestaande bebouwing te doen plaatsvinden middels verdichting en intensivering ondersteunen wij van harte, aldus de Milieufederatie, maar, zo vervolgt men terecht, teneinde het niet te laten verworden tot een loze kreet, is het wel noodzakelijk dat innovatieve stedenbouwkundige oplossingen actief door de provincie worden bevorderd. De clausule dat wanneer niet kan worden voldaan aan de voorwaarden van kwantiteit, kwaliteit, diversiteit en tijdelijkheid, uitleglocaties in overweging zullen worden genomen, mag geen achterdeurtje worden om te ontkomen aan het uitgangspunt zelf, dat immers vooral een kwestie is van politieke wil en bestuurlijk vermogen.
De voorgedragen gedeputeerde Ruimtelijke Ordening is niet iemand die wij dikwijls zien afgaan via achterdeurtjes. Dat biedt dus vertrouwen; vertrouwen dat het college werk gaat maken van deze brug die is geslagen, van deze ambitieuze afspraak, van deze inspanningsverplichting. Vertrouwen ook dat dit, om maar een willekeurig voorbeeld te noemen, zal leiden tot aanzienlijk minder woningen in de Bloemendalerpolder dan de eerdergenoemde aantallen.
De schijnbare tegenstelling tussen enerzijds de noodzaak van nieuwbouw en anderzijds het openhouden van natuur en landschap is integraal onderdeel van het gedachtegoed van mijn partij, dat groen is en links. Deze brug, deze inspanningsverplichting ten aanzien van intensiever ruimtegebruik, is voor de kwaliteit van het landschap van Noord-Holland en daarmee ook voor de fractie van GroenLinks van zeer groot belang. Voor ons zal dit dan ook een van de toetsstenen zijn van het collegebeleid in de komende jaren. Op dit en op alle andere terreinen zal de fractie van GroenLinks het college kritisch volgen; constructief, maar kritisch, niet omdat wij geen vertrouwen zouden hebben in het college, integendeel, maar juist omdat het ook ons college is; zoals een ouder het eigen kind kritischer benadert dan het kind van een ander. Net als die ouder zullen ook wij, indien nodig, zeggen: als wij streng zijn, dan is dat uit liefde.
Over de inhoud van het collegeakkoord is de afgelopen week al het nodige gezegd in de media, maar ik ben blij dat wij het er nu over kunnen hebben met de stukken op tafel en op de plek die daarvoor het meest geëigend is, namelijk in de staten. De fractie van GroenLinks heeft een akkoord kunnen uitonderhandelen waar wij onze handtekening onder kunnen zetten. Voordat de onderhandelingen werden gestart, heb ik in de media gezegd dat wij over de onderwerpen openbaar vervoer en bescherming van natuur en milieu, die ook hoofdthema's waren tijdens onze verkiezingscampagne, goede afspraken moesten maken, wilde GroenLinks überhaupt in een college kunnen stappen.
Voor de exploitatie van het openbaar vervoer komt veel extra geld ter beschikking. Naast de 2 mln uit de financiële ruimte voor meer beleid zal het college voorstellen doen om nog eens 5 mln euro per jaar ter beschikking te stellen voor het openbaar vervoer in Noord-Holland-noord. In totaal gaat het om 7 mln euro, een kwart van het huidige rijksbudget van 28 mln euro dat de provincie jaarlijks ontvangt voor het openbaar vervoer.
Voorzitter. Wij hebben niet alleen over openbaar vervoer goede afspraken gemaakt, maar ook over natuur en milieu. Allereerst noem ik de al gememoreerde 12,5 mln euro die extra ter beschikking komt voor de aankoop van natuurgebieden ; een verdubbeling van het bestaande budget. Maar ik noem ook de afspraken over intensiever ruimtegebruik, alsmede het feit dat Noord-Holland-noord geen overloopgebied wordt van de Randstad en over het niet doorgaan van de nieuwe wegverbinding A6/A9, waardoor de nodige natuur gespaard blijft. Daarbovenop komen de afspraken uit de milieuparagraaf. (…) Ik noem handhaving van het CO2 -steunpunt, 200 megawatt duurzame energie in 2007, een actieprogramma om in de gehele provincie ervoor te zorgen dat de streefnormen voor lucht, water en bodem niet worden overschreden, 6% biologische landbouw in 2007, verduurzaming van de bollenteelt en, waar mogelijk, uitplaatsing uit de binnenduinrand en extra geluidmeetpunten rondom Schiphol; voorwaar een aardige greep uit het GroenLinks-verkiezingsprogramma.
Hetzelfde geldt voor de afspraken over volkshuisvesting. In de campagne hebben wij herhaaldelijk aandacht gevraagd voor een tekort aan betaalbare woningen en de beroerde positie van vooral starters en senioren op de woningmarkt. Wij zijn dan ook blij dat nu is vastgelegd dat de provincie hierin een actieve rol heeft te spelen; nog een inspanningsverplichting, ditmaal voor de beoogde gedeputeerde Volkshuisvesting waar wij, u zult het ons niet euvel duiden, bijna nog meer vertrouwen in hebben dan in de gedeputeerde Ruimtelijke Ordening.
Zelfs over Schiphol hebben wij goede afspraken kunnen maken. In tegenstelling tot wat je uit de media zou kunnen opmaken, zijn wij zeer tevreden met de vaststelling dat Schiphol a) niet verplaatst wordt en b) een eventuele nieuwe baan pas in gebruik mag nemen als een van de huidige banen wordt gesloten. Daarmee zijn de uitbreidingsmogelijkheden flink beperkt.
Natuurlijk staan er ook minpunten in het akkoord. Ik wist tevoren niet of het nodig was om deze ook te noemen, de heer Graatsma heeft ze tenslotte al uitgebreid genoemd, maar ik noem ze zelf ook nog even. Vooral de afspraken over de tweede zeesluis, de tweede Coentunnel, de N201 en de Westelijke Randweg Beverwijk vallen ons zwaar, ondanks het feit dat wij bij de tweede Coentunnel louter hebben ingestemd met het uitwerken door rijk en provincie van de gesloten intentieovereenkomst tot opstelling van een risicoanalyse en ondanks het feit dat er voor de tweede zeesluis geen extra geld ter beschikking is gesteld, zoals mevrouw Barth in een van haar media-uitingen stelde, maar juist een extra clausule aan het al eerder gereserveerde geld is gehangen, namelijk dat dit geld pas ter beschikking komt als ook de sector zelf meebetaalt. In al deze gevallen hebben wij ons node neergelegd bij reeds genomen besluiten. En dat geldt ook ten aanzien van het eerder dit jaar vastgestelde streekplan Noord-Holland-zuid. Het zijn hoe dan ook aderlatingen voor ons en zij doen pijn. Toch noem ik ze expliciet, zoals ik dat eerder ook elders heb gedaan. Ik ga niet doen alsof de gesloten compromissen één op é én onze eigen standpunten vertegenwoordigen en ik ga ook niet doen alsof de pijnpunten die wij hebben moeten slikken geen pijnpunten zijn. Dat zijn ze wel en dat blijven ze ook. Maar zonder het mooier te maken dan het is, kan wel geconcludeerd worden dat het collegeakkoord per saldo ruim voldoende GroenLinkse elementen bevat, vooral op het gebied van openbaar vervoer, natuur en groen en milieubeleid, maar ook elders. Al met al voldoende voor de fractie van GroenLinks om, met de nodige mitsen en maren, dit akkoord te kunnen steunen.
Tijdens de installatievergadering van deze staten heb ik aangegeven dat GroenLinks zou proberen om de groene brug te slaan en daadwerkelijk onderhandelingen met D66, CDA en VVD zou beginnen. Ik zei op 20 maart in deze zaal dat ik niet wist of die onderhandelingen zouden slagen. Maar ik zei ook dat wij het hoe dan ook gingen proberen en mocht het uiteindelijk niet haalbaar blijken, dan zouden wij er in elk geval alles aan gedaan hebben. Welnu, wij hebben het geprobeerd en het is gelukt, tegen de kritiek en verwachting in van velen. En ook dat stemt tot tevredenheid, maar het stemt ook tot nadenken, want feit blijft dat politieke tegenpolen elkaar hebben gevonden in ons provinciebestuur en dat stelt eisen aan de wijze van opereren voor de komende jaren. Nog meer dan anders is het zaak om duidelijk en helder te zijn en te blijven.
Ik heb getracht helder te zijn toen ik zo-even niet onder stoelen of banken stak dat er voor ons pijn in het akkoord zit. Die helderheid en duidelijkheid wil ik ook de komende jaren blijven bieden: geen grauwe, grijze compromissen sluiten en vervolgens doen alsof dat precies is wat ieder afzonderlijk van tevoren al wilde, alsof er geen tegenstellingen meer zouden zijn. Die tegenstellingen zijn er wel en dat is ook goed. Die tegenstellingen moeten er ook vooral blijven. Als de kiezer straks niet meer weet wat het verschil is tussen de VVD en GroenLinks, hebben niet alleen die twee partijen een probleem, maar wij allen hier aanwezig. In het debat moet blijken waar partijen staan. Het debat in de staten zal in het gedualiseerde stelsel een nog centralere plaats innemen. In dat debat zullen wij elke keer duidelijk en helder onze mening geven zonder tevoren het compromis in te bouwen, zodat duidelijk en helder is waar GroenLinks voor staat: eerst de eigen positie en inzet neerzetten en van daaruit gezamenlijk besluiten nemen, want daar gaat het uiteindelijk om. Natuurlijk zullen dat dikwijls compromissen zijn, maar het gaat mij erom dat zij zijn gebouwd op onderscheiden partijpolitieke visies en standpunten en niet daarvoor in de plaats komen. Eerder is dit door de heer Meijdam verwoord als het niet onder het tapijt vegen van tegenstellingen tussen partijen, maar deze vooral blijven benoemen en zichtbaar houden.