Voorzitter,

Voor ons ligt de laatste kaderbrief van deze bestuursperiode. Een mooi moment om kort terug te blikken en vooruit te kijken naar een nieuwe periode. In veel Noord-Hollandse gemeentes is GroenLinks na de verkiezingen van maart weer vertegenwoordigd in het bestuur, op verschillende plekken werden we zelfs de grootste partij. Alle reden dus om optimistisch te zijn over de kansen voor een groener en duurzamer Noord-Holland.

Toen wij eind 2015 de begroting van het daaropvolgende jaar met elkaar bespraken waren we nog in afwachting van de uitkomsten van de onderhandelingen over het klimaatakkoord in Parijs. En daar werd geschiedenis geschreven. En afgelopen maand werd het aanpakken van klimaatverandering in Nederland verankerd in een ambitieuze klimaatwet. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% gedaald zijn. Om dat te realiseren kan ook Noord-Holland een consequente keuze voor schone energie niet langer uit de weg gaan.

Parijs is de nieuwe bestuurlijke werkelijkheid. Tijd dus om ook als provincie ambitie te tonen en als bestuurslaag met een belangrijke taak op het gebied van duurzame energie het voortouw te nemen. Want daar schort het nog al eens aan wat GroenLinks betreft. Te vaak neemt Noord-Holland een afwachtende houding aan of formuleren we beleid dat onverenigbaar is met de enorme opgave die ons te wachten staat. Dat provinciale falen wordt het meest pijnlijk duidelijk in de achterhaalde windmolenregels die we hier hebben vastgesteld. Ondanks grote druk en scherpe kritiek van gemeentes, de VVD Amsterdam, een D66 partijcongres, een havendirecteur, groene organisaties, energie-coöperaties en een afgetreden gedeputeerde blijft deze coalitie volharden in het standpunt dat er in Noord-Holland niet ‘teveel’ windenergie mag worden opwekt. Teveel als in, ‘geen MW meer dan de met de rijksoverheid afgesproken 685,5 MW’. Die bovengrens was al niet uit te leggen, met Parijs en het nieuwe regeerakkoord is ze ook onhoudbaar geworden. Om die reden dienen wij een motie in waarin we Gedeputeerde Staten (GS) verzoeken de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) zo te wijzigen dat de cap op windenergie wordt geschrapt .

Wij vinden het ook van belang dat nu echt werk gemaakt gaat worden van de ondersteuning van lokale initiatieven die zijn gericht op het opwekken van schone energie. Om die reden dienen we een amendement in om een subsidiefaciliteit voor deze organisaties op te richten en daarvoor 3 miljoen euro beschikbaar te stellen. De dekking daarvoor vinden wij in de gelden die nog in 2019 bovenop motie 110 beschikbaar komen voor projecten die de energietransitie versnellen (p. 31: 10,83 miljoen euro). Wij denken dat dit een mooie manier is om lokale initiatieven ruim baan te geven.

Een actievere houding verwachten we ook op het gebied van het NatuurNetwerk Nederland. De realisatie van het netwerk loopt achter, zelfs op het eigen schema van GS (2015: 320 ha, 2016: 58, 2017: 148 ha). We zijn blij dat er nu een klein beetje gespaard gaat worden om het enorme tekort dat er is te verkleinen (eindelijk!), maar dat gaat veel te langzaam om echt verschil te maken. Wij storen ons er ook aan dat er wel en vaak meer geld wordt gereserveerd voor zaken die nog helemaal niet uitgewerkt zijn, terwijl voor een tekort dat bekend is en bovendien een verplichting behelst zo karig wordt gereserveerd. Het komt er op neer dat we tot en met 2025 13,5 miljoen euro reserveren voor een tekort dat voor zover wij weten op 135 miljoen is geraamd. 10% dus, de resterende 90% mogen onze opvolgers ergens vinden. Om die reden stellen wij de Staten voor om een aantal posten te schrappen die nog onvoldoende uitgewerkt zijn (vanaf 2020 sponsoring, visie waterrecreatie en informatieagenda) en die middelen toe te voegen aan de reserve Groen. Het gaat om een bedrag van in totaal 15,69 miljoen euro in de periode 2019-2022. Verder vragen wij van GS een toezegging om bij de begroting 2019 met een spaarplan te komen dat echt zoden aan de dijk zet.

De provincie Noord-Holland of althans de huidige coalitie heeft zich bekeerd tot een interpretatie van de kerntaken van de provincie die in haar beperktheid uniek is in Nederland. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verkrampte discussie over cultuur en cultuureducatie die telkens opnieuw gevoerd moet worden in deze vergaderzaal. Ook nu weer zien we dat GS voorsorteert op een heel beperkte invulling van die kerntaken als het gaat om de zgn. regiodeals. Tot en met 2021 staat daar 29 miljoen euro voor gereserveerd in de Kaderbrief. Als het aan GS ligt zal daarvan nul euro naar cultuur en cultuureducatie gaan en zullen ook leefbaarheid, sociale infrastructuur en het voorzieningenniveau geen gebruik kunnen maken van die middelen. Dat is doodzonde. Wij dienen daarom een amendement in om de keuze voor bepaalde onderwerpen en accenten aan een nieuwe coalitie over te laten. Als het aan GroenLinks ligt zal juist de sociale dimensie van ons provinciale handelen de komende bestuursperiode meer aandacht moeten krijgen.

“Het gaat goed met Nederland”. Dat was denk ik de meest gehoorde algemene uitspraak tijdens de commissievergadering over de Kaderbrief. “En het gaat nog veel beter met Noord-Holland”, hoorde ik daar een aantal sprekers aan toevoegen. Waarschijnlijk wordt dat optimisme ingegeven door economische groeicijfers en een daling van de werkeloosheid. Net zo makkelijk kun je constateren dat de inkomensongelijkheid in onze provincie fors hoger is dan het Nederlandse gemiddelde (NH: 7,2, Nederland; 6,3) en dat hetzelfde geldt voor het percentage inwoners dat langdurig van een laag inkomen moet rondkomen (NH: 11,2 %, Nederland 10,1%). Dat terwijl het gemiddeld besteedbaar inkomen en het gemiddelde vermogen in Noord-Holland hoger zijn dan het landelijk.

Elke bestuurslaag dient actief na te denken over de manier waarop ze deze groeiende verschillen kan verkleinen. De opgave die er ligt op het gebied van natuur en duurzame energie staat niet los van dergelijke sociale vraagstukken. Of onze inwoners allemaal een bezoek kunnen blijven brengen aan onze prachtige recreatiegebieden ligt ook aan de bereikbaarheid van die plekken en de betaalbaarheid van ons openbaar vervoer. Of onze inwoners betaalbare woningen kunnen blijven huren of kopen ligt ook aan de keuzes die de provincie maakt op het gebied van sociale woningbouw. Of onze inwoners de rekening voor de energietransitie kunnen blijven betalen ligt ook aan de instrumenten die wij willen inzetten om ze daarbij te ondersteunen. GroenLinks kiest voor een duurzaam en groen Noord-Holland dat voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is. Wat ons betreft is dat een belangrijke belofte richting de verkiezingen van volgend jaar.