Op 20 april hebben de Statenleden Anouk Gielen (GroenLinks) en Joost van Gilse (VVD) schriftelijke vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over de natuurvergunning voor de biomassacentrale in Diemen, die op 8 april jl door het provinciebestuur aan energiebedrijf Vattenfall, beter bekend als Nuon, is verleend.

De fracties van GroenLinks en VVD zijn van mening dat groei van het aandeel houtige biomassa in de energievoorziening niet wenselijk is. Daarom is in het coalitieakkoord ook afgesproken om nieuwe grootschalige biomassacentrales tegen te gaan. Gedeputeerde Staten moeten binnen 30 dagen onderstaande vragen van beide partijen beantwoorden.

  1. Hoe verhoudt de verleende natuurvergunning aan Vattenfall zich tot het coalitieakkoord?
  2. Waren er wettelijke mogelijkheden om vergunningverlening te voorkomen?
  3. Kunt u aangeven of en op welke manieren u hebt geprobeerd om Vattenfall van de vergunningaanvraag voor een grootschalige biomassacentrale af te houden?
  4. Hoe vindt u het dat Vattenfall, ondanks de grote maatschappelijke weerstand, de bouw van de biomassacentrale in Diemen doorzet?
  5. In de natuurvergunning van 2015 was een te hoog maximum voor de toegestane stikstofuitstoot opgenomen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren en hoe voorkomt u herhaling?
  6. Het maximum voor de toegestane stikstofuitstoot wordt nu hersteld. Is dit juiste maximum in de afgelopen periode bereikt?   
  7. De maximaal toegestane stikstofuitstoot neemt dus af. In hoeverre kan gegarandeerd worden dat ook de werkelijke uitstoot af zal nemen?
  8. Wat zijn andere ontwikkelingen die zich op het moment in de provincie rondom nieuwe (houtige) biomassacentrales afspelen? Is het College van Gedeputeerde Staten van plan Provinciale Staten hierbij te betrekken; zo ja wanneer en zo nee waarom niet?
  9. In het coalitieakkoord is afgesproken dat GS hun invloed aanwenden om de bouw van grootschalige biomassacentrales tegen te gaan. Hoe wenden GS die invloed momenteel aan?