Gedeputeerde Staten antwoorden op de vragen van Klaas Breunissen over de kernreactor in Petten. Deze kernreactor is voortdurend op negatieve wijze in het nieuws. Ondanks veel verontrustende berichten over de ontoereikende veiligheidscultuur en het niet naleven van milieuvoorschriften, is er sprake van dat er in Petten een nieuwe kernreactor gebouwd gaat worden.
Inleiding
De kernreactor in het Noord-Hollandse Petten is voortdurend op negatieve wijze in het nieuws. In 2001 stelde klokkenluider Schaap de veiligheidsproblemen rond de reactor aan de orde (scheuren in het reactorvat). Een van de belangrijkste conclusie van een daarop volgend onderzoek luidde, dat het met de veiligheidscultuur op het reactorterrein slecht gesteld was. In 2003 bleek uit een inspectie van de onderzoekslocatie Petten dat er met de naleving van milieuvoorschriften veel mis was. Eind vorig jaar kwamen we tot de ontdekking dat het GCO (Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek), de exploitant van de kernreactor, niet door een Nederlandse rechter vervolgd kan worden voor zijn milieuovertredingen, omdat het GCO als Europese organisatie immuniteit geniet.
Ondanks al deze verontrustende berichten over de ontoereikende veiligheidscultuur en het niet naleven van milieuvoorschriften, is er sprake van dat er in Petten een nieuwe kernreactor gebouwd gaat worden. Het laatste nieuws (Noord-Hollands Dagblad van 20 januari 2005) is dat de aanbesteding van de bouw daarvan tot minimaal eind van dit jaar is uitgesteld, omdat er nog een aantal zaken moeten worden uitgezocht (wat voor soort reactor moet er gebouwd worden en hoe moet dat gefinancierd worden). Daarnaast speelt op dit moment de vernieuwing van de milieuvergunning (op grond van de Kernenergiewet) van de kernreactor in Petten. Met de nieuwe vergunning kan de reactor gebruik maken van laag verrijkt uranium in plaats van hoog verrijkt uranium als brandstof. Het kabinet heeft de nieuwe vergunning verleend. Tot 22 februari kan tegen de desbetreffende beschikking beroep worden aangetekend.
De Statenfractie van GroenLinks vindt dat in het beleid rond "Petten" de veiligheid van de burgers voorop moet staan. Daarom hecht de fractie eraan dat op korte termijn het naleven van de milieuvoorschriften en een optimale veiligheidscultuur op de onderzoekslocatie zijn gegarandeerd. Voor de langere termijn is sluiting van de kernreactor in Petten en vervanging door een veel veiliger deeltjesversneller gewenst. Vanuit deze motieven stelt ondergetekende, namens de Statenfractie van GroenLinks, op grond van het Reglement van Orde van Provinciale Staten de volgende schriftelijke vragen aan het college van gedeputeerde staten.
Wat betreft de nieuwe milieuvergunning
- Heeft het college van Gedeputeerde Staten zich verdiept in de nieuwe milieuvergunning (Kernenergiewet-vergunning) voor de kernreactor in Petten?
- Zo ja, welke consequenties heeft de omschakeling van hoog verrijkt uranium naar laag verrijkt uranium als reactorbrandstof voor de veiligheid van de Noord-Hollandse burgers en voor het milieu?
- Met de nieuwe vergunning zal ook de vergunningoverdracht van het GCO (Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Unie) naar de Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) worden geregeld. Betekent dit dat de immuniteit die gold voor de exploitant van de reactor, komt te vervallen omdat de NRG geen eigendom is van de Europese Unie?
- Heeft u een bedenking over de conceptbeschikking ingediend? Gaat u voor 22 februari beroep aantekenen tegen de definitieve beschikking? Zo ja, welke feiten en argumenten heeft u in daarin verwoord en kunnen Provinciale Staten een afschrift van deze teksten krijgen?
Wat betreft de veiligheidscultuur en naleving milieuvoorschriften
- Het kabinet heeft besloten dat het GCO, de exploitant van de Pettense kernreactor, vanwege zijn immuniteit niet door een Nederlandse rechter kan worden vervolgd. Is het u bekend of de minister van Justitie de in 2003 geconstateerde milieuovertredingen door het GCO heeft doorgegeven aan het Europese Hof? Hoe ver is de minister gevorderd met het sluiten van een 'nalevingsovereenkomst' met GCO, zoals hij de Tweede Kamer op 7 december 2004 heeft toegezegd?
- Wanneer zullen de andere instellingen en bedrijven op onderzoekslocatie Petten, te weten Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) en de producent van de isotopen Mallinckrodt Medical, vanwege de in 2003 geconstateerde milieuovertredingen voor de rechter moeten verschijnen?
- Hoe is het anno 2005 in algemene zin gesteld met de veiligheidscultuur van de medewerkers van de diverse instellingen op onderzoekslocatie Petten?
Wat betreft de lange termijn
- Bent u met ons van mening dat productie van medische isotopen op een andere wijze dan met behulp van een kernreactor gewenst is?
- Bent u met ons van mening dat het wetenschappelijk en technisch onderzoek naar het kunnen maken van medische isotopen met behulp van een deeltjesversneller hoopgevend is?
- Bent u bereid bij de rijksoverheid aan te dringen om alles op alles te zetten om deze alternatieve productiewijze van medische isotopen te bevorderen, zodat de bouw van een nieuwe kernreactor in Petten niet nodig is?
Op 29 maart antwoorden Gedeputeerde Staten alsvolgt:
1.
Ja, wij hebben kennis genomen van de nieuwe Kernenergiewet-vergunning voor de Hoge Flux Reactor in Petten.
De omschakeling van hoogverrijkt uranium naar laagverrijkt uranium als brandstof voor de Hoge Flux Reactor (HFR) heeft geen consequenties voor de veiligheid van de Noord-Hollandse burgers en voor het milieu. Door de omschakeling wordt verder invulling gegeven aan het Non-proliferatie verdrag. De nieuwe brandstof is namelijk niet geschikt voor kernwapens.
NRG kan geen beroep doen op immuniteit. NRG is vergunninghouder geworden en valt volledig onder het Nederlands recht.
Wij hebben geen bedenkingen over de conceptbeschikking ingediend en geen beroep aangetekend tegen de definitieve beschikking. Op 12 januari 2005 is de definitieve beschikking ter visie gelegd. Aangezien er geen beroepen met schorsende werking zijn aangetekend tegen deze definitieve beschikking is deze op 23 februari jl. van kracht geworden.
2.
De dagvaarding tegen het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek in Petten (GCO) is ingetrokken. Van een sepot is echter nog geen sprake. Milieuorganisatie Greenpeace heeft een officieel klaagschrift ingediend bij het gerechtshof in Amsterdam met als eis dat het GCO wordt vervolgd. Er vindt momenteel nog overleg plaats tussen het Openbaar Ministerie en het GCO over de naleving van de toepasselijke milieuregelgeving.
Op 11 maart jl. heeft de zaak tegen de andere instellingen voor de meervoudige kamer van de rechtbank te Alkmaar gediend. De rechtbank heeft op 25 maart 2005 de Nucleair Research Group (NRG), het Energie-onderzoek Centrum Nederland (ECN) en Mallinckrodt Medical elk een boete van 25.000 euro opgelegd.
De bedrijven zijn zelf verantwoordelijk om voor een goede veiligheidscultuur zorg te dragen. Het toezicht op de naleving van de verschillende regels is het afgelopen jaar verder versterkt. In de nieuwe vergunning voor de HFR zijn een aantal voorschriften opgenomen waarmee de Kernfysische Dienst meer concrete handvatten heeft gekregen om ook toezicht te houden op de veiligheidscultuur. Tevens is een voorschrift opgenomen waardoor de vergunninghouder NRG verplicht is de bedrijfsvoering door een expert team van de IAEA door te laten lichten. De veiligheidscultuur is daarbij een speciaal punt van aandacht. Van 14 tot 18 februari jl. heeft een team van internationaal deskundigen (expert team IAEA) een integrale veiligheid beoordeling (Integrated Safety Assesment of Research Reactors, INSARR) bij de Hoge Flux Reactor uitgevoerd. Hoewel de formele rapportage nog niet uit is, heeft dit team in de afsluitende bijeenkomst zijn waardering uitgesproken voor de geconstateerde verbetering van de veiligheidscultuur binnen GCO en NRG en aangegeven dat de wijze waarop de verbeteringen zijn ingezet als internationaal voorbeeld kan dienen. Het definitieve IAEA rapport wordt eind maart verwacht.
De handhavende organisaties op de onderzoekslokatie Petten komen sinds 2003 structureel jaarlijks bijeen om hun activiteiten en bevindingen af te stemmen. In dit handhavingsoverleg is in 2004 onder andere afgesproken dat de Kernfysische Dienst, Arbeidsinspectie en gemeente gezamenlijk inspectiebezoeken aan de bedrijven op de onderzoekslokatie afleggen. Hierdoor kan de gemeentelijke handhaver bijvoorbeeld ook onaangekondigd zijn inspecties uitvoeren. Deze gezamenlijke inspecties vinden sindsdien daadwerkelijk plaats.
In het kader van het landelijke project ‘Professionalisering van de milieuwethandhaving’ dienen handhavende organisaties te voldoen aan kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria zijn wettelijk vastgelegd. Ons college krijgt met het wetsvoorstel ‘wijziging van hoofdstuk 18 van de Wet Milieubeheer’ een nieuwe rol toegewezen. Door die wijziging krijgen we de bevoegdheid en instrumenten om zorg te dragen dat handhavende organisaties op hun taak om een doelmatige handhaving te waarborgen zijn toegerust. Vooruitlopend op deze nieuwe rol hebben wij opdracht gegeven om de wijze van handhaving op de onderzoekslokatie Petten inzichtelijk te maken. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek zullen we met de betrokken instanties verdere afspraken maken om de doelmatige handhaving op de onderzoekslokatie Petten te waarborgen.
3.
Wij delen de hoop dat in de toekomst betere oplossingen mogelijk zijn, het gebruik van deeltjesversnellers zou daar onderdeel van kunnen uitmaken.
Gelet het belang om ook in de toekomst de productie van medische isotopen te blijven waarborgen en de relatief lange doorlooptijd om te komen tot een nieuwe reactor maken wij geen bezwaar tegen een verkennend onderzoek voor de eventuele bouw van een nieuwe reactor in Petten. Wij zullen daarom de rijksoverheid niet vragen om alles op alles te zetten om de deeltjesversneller, als alternatieve productiewijze van medische isotopen, te bevorderen.