De statenfractie van GroenLinks wil weten of het plan van de gemeente Naarden een school te bouwen in een groenzone aan de westkant van de stad, een bedreiging is voor natuurgebied Naardermeer. De rechter heeft onlangs verontruste bewoners in het gelijk gesteld en het plan stopgezet. Misschien moet de provincie zich wel met de zaak gaan bemoeien, stelt statenlid Klaas Breunissen in schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten.
GROENLINKS NOORD-HOLLAND
Schriftelijke vragen Calsschool Naarden
9 maart 2006
Inleiding
De gemeente Naarden wil in de groenzone tussen natuurgebied Naardermeer en de wijk Fortlanden een dependance bouwen van de Calsschool. Dit plan stuit op verzet bij bewoners- en natuurorganisaties omdat zij negatieve gevolgen vrezen voor het natuurgebied Naardermeer en omdat het een aantasting is van de voor woonwijk belangrijke recreatieve groenzone. De gemeente wil de bouw van de schooldependance mogelijk maken middels een artikel 19 procedure. Op 20 februari 2006 heeft de voorzieningenrechter in Amsterdam echter de door de gemeente verleende vrijstelling, de kapvergunning en de bouwvergunning geschorst omdat zij ‘een daadkrachtige motivering ontberen’.
Deze kwestie is aanleiding voor ondergetekende om namens de statenfractie van GroenLinks tot het stellen van de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten.
Schriftelijke vragen
1. Volgens de voorzieningenrechter ‘is gebleken dat onduidelijkheid bestaat over de vraag of het gebied waar de te kappen bomen zich bevinden en het bouwplan zal worden uitgevoerd, valt onder de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur en zo ja, welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden’. In een Memo dd 8 februari aan de statencommissie NLWM schrijft gedeputeerde Poelman dat het gebied niet in PEHS-gebied ligt.
Kunt u duidelijkheid verschaffen of het plangebied nu wel of niet binnen de PEHS ligt? Kunt u op een gedetailleerde kaart aangeven waar ter plaatse de grens van de PEHS loopt?
Indien het plangebied (gedeeltelijk) binnen de PEHS ligt, bent u dan met ons van mening dat het provinciaal natuurcompensatiebeleid van toepassing is?
2. Volgens het provinciale artikel 19 beleid hebben gemeenten geen toestemming van Gedeputeerde Staten nodig om zelfstandig een artikel 19 vrijstellingsprocedure te volgen, zolang het geen speerpunt van provinciaal beleid betreft. Eén van de provinciale speerpunten is of het gebied valt onder de Habitat- en Vogelrichtlijn. Natuurgebied Naardermeer valt onder de Habitatrichtlijn. Volgens de uitspraak van de voorzieningenrechter kan niet worden uitgesloten dat het bouwplan en de daaraan voorafgaande kap significante gevolgen hebben voor het nabijgelegen Naardermeer. Zij is van mening dat de gemeente Naarden deze mogelijk gevolgen ‘niet, of althans onvoldoende’ heeft onderzocht.
Bent u met ons van mening dat het onderhavige bouwplan valt onder de speerpunten van provinciaal beleid en dat derhalve de gemeente Naarden een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten had moeten vragen voor de door haar gevoerde artikel 19 procedure?
3. Een ander speerpunt van provinciaal beleid zijn de nationale landschappen. Kunt u gedetailleerd op kaart aangeven waar ter plaatse de grens van het nationaal landschap Groene Hart loopt?
4. In 1988 heeft de provincie als eis gesteld voor goedkeuring van het bestemmingsplan dat de bouw van de wijk Fortlanden mogelijk maakte, dat er een bufferzone van 100 meter moet worden aangehouden tussen de nieuwe woonwijk en natuurgebied Naardermeer. De gemeente wil nu de schooldependance bouwen in genoemde bufferzone. De voorzieningenrechter spreekt uit dat de gemeente ‘onvoldoende duidelijk [heeft] gemaakt dat thans een bufferzone van slechts 60 meter aanvaardbaar is en de te kappen bomen zich alsdan buiten de bufferzone zouden bevinden’.
Bent u nog steeds van mening dat tussen de bestaande woonwijk en natuurgebied Naardermeer een bufferzone van 100 meter moet worden aangehouden? Wat is de exacte status van genoemde bufferzone?
5. Bij de bouw van de wijk Fortlanden is bezuinigd op recreatief groen binnen de woonwijk om de bufferzone van 100 meter tussen de wijk en natuurgebied Naardermeer mogelijk te maken.
Hoe denkt u over het risico dat aantasting van de bufferzone door bouw van een schoolgebouw en alles wat daar bij hoort, de buurtbewoners voor hun recreatieve behoeften minder gebruik zullen maken van de bufferzone en meer van natuurgebied Naardermeer?
6. Volgens de voorzieningenrechter heeft de gemeente Naarden met Gedeputeerde Staten overleg gevoerd over haar bouwplan, maar is uit de stukken niet duidelijk waaruit dit overleg heeft bestaan?
Kunt u ons informeren waarover overlegd is en welk standpunt Gedeputeerde Staten daarbij hebben ingenomen?
7. De voorzieningenrechter ‘acht het niet uitgesloten dat de rol van GS bij dit bouwplan, gelet op de te beschermen nabije omgeving daarvan, groter zal dienen te zijn dan thans tot dusverre het geval is geweest. De rechter vraagt zich in dit kader af of de vrijstellingsprocedure in dit geval wel de meest geëigende is in plaats van een bestemmingsplanwijziging’.
Wat is uw commentaar op deze uitspraak van de rechter? Gaat u er bij de gemeente Naarden op aandringen, indien de gemeente vasthoudt aan haar bouwplan en gezien de uitspraak van de voorzieningenrechter en de in het geding zijnde natuurwaarden, voor dit bouwplan een reguliere bestemmingsplanwijziging te hanteren en niet een artikel 19 vrijstellingsprocedure?
Het lid van Provinciale Staten,
Klaas Breunissen (GroenLinks)