Steen des aanstoots is de aanschrijving van de provincie, met de handtekening van - ook weer partijgenoot – Loggen (van loggen, het bijhouden van gegevens), de Noord-Hollandse gedeputeerde. Als Castricum niet zelf razendsnel de achterstand wegwerkt gaat de provincie de gekoppelde statushouders huisvesten op kosten van die gemeente. Indeplaatsstelling heet dat.  

Ja, de woningschaarste is groot en ook ik heb wel een buurvrouw/neefje/kennis die al vijftien jaar op een woning wacht. Balen. Maar die vluchtelingen, die nu weggestopt in een bouwval in de Limmense weilanden zitten, konden zich vijftien jaar geleden nog niet inschrijven voor een woning. Toen zaten ze namelijk nog op de middelbare school in Damascus. Of ze werkten op het land in de buurt van Sanaa. Toen was de burgeroorlog die ze verjoeg nog niet uitgebroken. Toen dachten ze nog even niet na over het inschrijven voor een sociale huurwoning in Castricum.  

Los daarvan: het is natuurlijk flauwekul om het handjevol vluchtelingen dat Castricum jaarlijks moet plaatsen te misbruiken voor politieke statements over het gebrek aan bouwmogelijkheden. Dat probleem is duizend keer groter dan de huisvesting van statushouders. Hun integratie mag niet verbonden worden aan dat probleem. Dat is onmenselijk. En dat weten Slettenhaar en Koerhuis natuurlijk ook wel. Ik denk dat het handig uitkomt om met dit thema ‘profiel te maken’ in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. 

Gelukkig weet ik dat er ook in Castricum en Limmen burgers zijn die met compassie naar hun nieuwe dorpsgenoten kijken. Die als taalmaatje actief zijn of af en toe samen eten. Terwijl Koerhuis de wacht houdt over de veenplassen van Slettenhaar en Loggen de gegevens van de achterstand bijhoudt laten zij hun hart spreken. En hun hoofd trouwens. Want een goede inburgering is in ons aller belang.