Het aantal medewerkers van de provincie dat na de reorganisatie zijn of haar baan kwijt raakt, is verder verlaagd. Dat is de uitkomst van het (aanvullende) akkoord dat provincie en vakbonden in december sloten, mede gebaseerd op een eerder advies van de Toetsingscommissie. Die oordeelde op 30 januari nogmaals dat het plaatsingsproces in het kader van de reorganisatie op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

a de ophef in november en december over het grote aantal voorlopig boventalligen (266, tegenover zo'n 230 vacatures), kwamen GS en de vakbonden een aanvullend akkoord overeen. Kern hiervan was dat de voorlopig boventalligen ook in de derde (en laatste) plaatsingsronde mee mochten doen. Dit akkoord was gebaseerd op een eerder advies van de Toetsingscommissie, een onafhankelijke commissie waarin ook de vakbonden zijn vertegenwoordigd. Hierdoor zijn 54 medewerkers, die eerder boventallig waren verklaard, in de derde plaatsingsronde alsnog geplaatst.
Het aantal gedwongen ontslagen lijkt beperkt te blijven tot zo'n 130 medewerkers. Zij zullen, op basis van het eerder gesloten Sociaal Plan, nog maximaal anderhalf jaar hun volledige salaris blijven ontvangen en gedurende die periode ondersteund worden bij het zoeken naar ander werk.
Mede op basis van het (herhaalde) oordeel van de Toetsingscommissie dat het reorganisatieproces tot dusverre zorgvuldig is verlopen, ziet GroenLinks geen reden om zich tegen de uitkomsten van de reorganisatie te keren. De fractie blijft de voortgang van de reorganisatie kritisch volgen en hoopt dat de ongeveer 130 boventalligen de komende anderhalf jaar ander werk zullen vinden.

Meer informatie over de reorganisatie bij de provincie is te vinden in een eerder bericht: "reorganisatie vraagt om duidelijkheid en eerlijkheid".