Hoewel Gedeputeerde Staten hartgrondig volhouden dat er in hun wind-op-land-beleid echt niets is veranderd, zijn er afgelopen maandag in de Statenvergadering duidelijke openingen gekomen. Afgelopen december werd in de Staten alles dichtgetimmerd: alleen ruimte voor nieuwe windmolens in het project van het Rijk in de Wieringermeer en daarbuiten niet.
Maar vorige week waren er twee ontwikkelingen die dit standpunt onhoudbaar maakten. Het langverwachte onderzoeksrapport ‘zoeklocaties windmolens Noordzeekanaalgebied’ van Haskoning DHV kwam uit. Daaruit werd duidelijk dat de stellingname van GS niet klopt, namelijk dat in het Noordzeekanaalgebied geen ruimte zou zijn voor de plaatsing van windmolens vanwege milieu/veiligheidsnormen. Die ruimte blijkt er wel te zijn.
Tegelijk werd ook het resultaat van onderhandelingen tussen de provincies over nog onder hen te verdelen 285 megawatt voor wind op land duidelijk. Hieruit bleek dat Noord-Holland, in tegenstelling tot de steeds door GS uitgesproken verwachting, 105,5 megawatt extra moet plaatsen.