In opdracht van de Statenfractie heeft CE Delft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een duurzame ontwikkeling van de havens in het Noordzeekanaalgebied. Medio mei is het eindrapport gereed gekomen. De onderzoekers concluderen dat de belangrijkste kansen liggen in het selectief toelaten van activiteiten met een gunstig milieuprofiel, het selectief toelaten van schepen en inzetten op een duurzame ruimtelijke inrichting van het gebied.

Conclusies 'Op koers naar duurzame havens...'

Wanneer gemeenten en provincies willen sturen op duurzaamheid, dient allereerst bepaald te worden wat er precies onder dit concept wordt verstaan. In de context van deze studie gaat het erom dat het havengebied voldoende werkgelegenheid en mogelijkheden tot economische groei biedt zonder verdere gebiedsuitbreiding en met beperkte milieubelasting (emissies). Uit de analyse blijkt dat meest voor de hand liggende aangrijpingspunten voor het beleid van een duurzame havenregio zijn gelegen in:

− selectief toelaten van activiteiten met een gunstig milieuprofiel;
− selectief toelaten van schepen;
− inzetten op een duurzame ruimtelijke inrichting van het gebied.

Activiteiten
Op een strategisch niveau betekent het eerste punt samenhang en coördinatie in het vestigingsbeleid van de gemeenten in de havenregio. Met name zal richting gegeven moeten worden aan het cluster van schone activiteiten gericht op gebruik van elkaars reststoffen en afvalwarmte. Op operationeel niveau zal door middel van actief en faciliterend grondgebruik richting moeten worden gegeven aan de beoogde duurzame ontwikkeling van het gebied. Daarbij zal actief ingezet kunnen worden op clustering van bedrijven die elkaars reststromen en restwarmte benutten. Daartoe zijn voor wat betreft restwarmte twee kansrijke clusters, te weten in het Westelijk Havengebied en rondom Corus. Wat betreft reststromen zijn tevens een aantal kansrijke sectoren te identificeren, o.a. op het gebied van biobrandstoffen, biovergisting en afvalvergassing.

Schepen
Ten tweede liggen er goede en concrete mogelijkheden voor de havenregio om meer te sturen op de schepen die de havens aandoen. Dat kan door middel van het invoeren van gedifferentieerde haventarieven op basis van de ‘Environmental Ship Index’. Een stelsel van gedifferentieerde haventarieven moet bij voorkeur met andere havens worden ingevoerd. Deze index geeft aan hoe een schip presteert op het gebied van NOx- en SOx-uitstoot ten opzichte van vastgestelde baselines op basis van het IMO-beleid.

Duurzame ruimtelijke inrichting
Investeren in duurzame haveninfrastructuur vergt dat mogelijkheden voor duurzame energie, efficiënt energiegebruik en -ruimtgebruik, duurzaam bouwen en aanwezigheid van groen/natuur vroegtijdig in het planningsproces van nieuwe havenlocaties wordt meegenomen. Verschillende sturingsinstrumenten kunnen worden ingezet om dit te bereiken:
− statiegeldregeling;
− verhandelbare gebruiksrechten;
− ‘rood voor groen’;
− kostenverevening;
− duurzaamheidfonds haven.

Hieronder is het rapport te downloaden.