Onderwerp: Realisatieovereenkomst N201

Door de leden Cornelissen (D66), Humalda-Blok (VVD), Post (CDA) en Heller (GroenLinks) wordt de volgende motie ingediend:

Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 25 oktober 2004 te Haarlem;

beraadslagend over voordracht 72 aangaande de realisatieovereenkomst N201 en gehoord de discussie hieromtrent;

overwegende:

  • dat de provincie Noord-Holland optreedt als trekker en hoofduitvoerder van het gehele project en daarbij volgens de gemaakte afspraken en overeenkomsten "draagt de provincie het risico van kostenoverschrijdingen en komen meerkosten voor rekening van de provincie";
  • dat GS in de voordracht, gezien de huidige marktsituatie in de bouw- en aannemingsbranche, ook gewag maakt van mogelijke meevallende kosten en/of aanbestedingsvoordelen;
  • dat de voordracht weliswaar een positieve passage bevat ingeval van meevallende aanlegkosten, maar de tekst van de realisatieovereenkomst daarover minder duidelijk is, waardoor bij provinciale staten behoefte bestaat aan een duidelijke uitspraak;

spreken als hun oordeel uit dat als de lasten en risico's van kostenoverschrijdingen en meerkosten voor rekening van de provincie komen, de eventuele kostenbesparingen en meevallers ook aan de provincie toekomen en deze dus niet (achteraf) behoeven te worden gedeeld met andere partijen of ter dekking komen van projectwijzigingen en;

verzoeken het college GS, dit standpunt in de verdere onderhandelingen en de voortgang van het project N201 in te nemen,

en gaan over tot de orde van de dag.

aangenomen met algemene stemmen