De Staten discussieerden vandaag over de vergunningverlening rondom Formule I.

De provincie heeft vorig jaar aan het Circuitpark Zandvoort een ontheffing verleend om de leefgebieden van de zandhagedis en rugstreeppad te verstoren voor de bouw van tribunes voor de Formule I, waarbij de provincie heeft gemotiveerd dat die ontheffingen verleend kan worden omdat sprake is van een ‘dwingende reden van groot openbaar belang’. Volgens een provinciale onafhankelijke adviescommissie was er helemaal geen 'dwingende reden van openbaar belang' om de vergunning af te geven.

Ondanks dit zware advies heeft Gedeputeerde Staten besloten om het advies niet op te volgen. Wat GroenLinks betreft had Gedeputeerde Staten dat advies niet in de wind geslagen. Fractievoorzitter Rosan Kocken diende een motie in om ‘in het vervolg in het kader van de Wet natuurbescherming slechts ontheffingen en vergunningen te verlenen als dat ruimschoots in overeenstemming met de heersende jurisprudentie is’.

Na een toezegging van Gedeputeerde Staten dat er binnenkort, in commissieverband, verder wordt gesproken over hoe Gedeputeerde Staten met de beleidsruimte binnen de Europese kaders om wil gaan, hield GroenLinks de motie voorlopig aan.

Lees haar volledige inbreng:

Voorzitter,

GroenLinks herkent zich niet in het meerderheidsbesluit dat GS onlangs heeft genomen om, contrair aan het advies dat de Hoor- en adviescommissie aan haar heeft gegeven, de ten behoeve van de Formule1 aan het Circuitpark Zandvoort verleende ontheffingen in stand te laten.

Een Hoor- en adviescommissie wordt in de regel gevolgd door een bestuursorgaan dat haar heeft ingesteld. Ook in Noord-Holland gebeurt dat in de meeste gevallen. Ik las in het laatste jaarverslag van onze Hac dat zij in 2018 76 adviezen aan GS hebben gegeven en dat GS dat advies in 75 gevallen heeft gevolgd. Die ene keer dat zij contrair gingen aan zo’n advies, liep dat bij de rechter uit op een gegrond verklaard beroep.

Hoe het in dit geval zal lopen, zal de tijd uit moeten wijzen.

Vanuit mijn partijkleur vind ik het te betreuren dat we de natuur in dit specifieke geval laten wijken. Ik heb het al eerder gezegd, wat ons betreft hoeft die F1 niet zo nodig.

Ik constateer echter ook dat we op dat punt in de minderheid zijn. Echter ik hoop dat we met elkaar kunnen uitspreken dat wij de bescherming van de natuur in Noord-Holland serieus nemen en dat we vergunningen en ontheffingen slechts verlenen als we verwachten dat dat de rechterlijke toets zal kunnen doorstaan. Daarom dien ik de volgende motie in.