Terwijl het gonst van initiatieven van burgers die samen schone energie willen opwekken blijft de provincie Noord-Holland lokale initiatieven blokkeren, maar doet ze ook niets voor mensen die last ervaren van windmolens. De kaart die maandag 15 december in de Provinciale Staten wordt besproken geeft verspreid door de provincie mogelijke nieuwe locaties aan. Maar lokale initiatieven die juist in hun gebied gezorgd hebben voor draagvlak en participatie, vinden zich in die locaties nauwelijks terug. En de nieuwe van bovenaf opgelegde locaties roepen weer nieuwe lokale tegenstand op. Zowel voor- als tegenstanders van windenergie staan hierdoor met lege handen.
Op verschillende plekken in Noord-Holland zijn er wijken, buren, gemeenten en ondernemers die de handen ineen willen slaan om samen hun eigen energie op te wekken. In bijvoorbeeld Diemen, Velsen, Zaanstad, Amsterdam en Haarlemmermeer trekken de gemeente en tal van inwoners hard aan draagvlak voor hun eigen windmolenpark. De gemeentes zijn voor, veel omwonenden zijn voor en er zijn weinig tegenstanders te vinden. Bij deze projecten worden omwonenden nauw betrokken en zullen zij ook financieel participeren. De precieze locaties van de windmolens worden in samenspraak met omwonenden en betrokkenen bepaald. Maar op de provinciale kaart met mogelijke locaties vindt alleen de Amsterdamse/Zaanse regio zich daadwerkelijk terug. De meeste andere locaties roepen juist weer meer verzet op. Bovendien koppelt de provincie haar windmolenbeleid aan zoveel knellende regels en criteria dat ze de concrete uitvoering erg bemoeilijkt. Ook dat roept onbegrip en weerstand op.
Op verschillende plekken in Noord-Holland zijn er wijken, buren, gemeenten en ondernemers die de handen ineen willen slaan om samen hun eigen energie op te wekken. In bijvoorbeeld Diemen, Velsen, Zaanstad, Amsterdam en Haarlemmermeer trekken de gemeente en tal van inwoners hard aan draagvlak voor hun eigen windmolenpark. De gemeentes zijn voor, veel omwonenden zijn voor en er zijn weinig tegenstanders te vinden. Bij deze projecten worden omwonenden nauw betrokken en zullen zij ook financieel participeren. De precieze locaties van de windmolens worden in samenspraak met omwonenden en betrokkenen bepaald. Maar op de provinciale kaart met mogelijke locaties vindt alleen de Amsterdamse/Zaanse regio zich daadwerkelijk terug. De meeste andere locaties roepen juist weer meer verzet op. Bovendien koppelt de provincie haar windmolenbeleid aan zoveel knellende regels en criteria dat ze de concrete uitvoering erg bemoeilijkt. Ook dat roept onbegrip en weerstand op.
GroenLinks Statenlid Titia van Leeuwen geeft aan dat ook mensen die overlast ervaren ook niets opschieten met het nieuwe Wind op Land beleid: “Als er al daadwerkelijk molens zouden verdwijnen dan zijn dat de kleine, terwijl de weerstand tegen windmolens ontstond en bestaat tegen de grote molens, die zonder overleg met de omgeving, werden neergezet. We hadden zoveel verder kunnen zijn als de afgelopen vier jaar meer ruimte was gegeven aan de initiatieven die lokaal met maatwerk, draagvlak realiseren, dus veel meer ‘bottum-up' bezig zijn. Het kan toch niet zo zijn dat het provinciale bestuur nieuwe locaties aanwijst als bronnen voor nieuw verzet en tegelijkertijd een streep door initiatieven haalt waar juist wel lokaal veel draagvlak voor bestaat. Daar moet maandag in de Staten-vergadering de discussie over gaan”.