‘Ronduit teleurgesteld’, is fractievoorzitter Alwin Hietbrink van GroenLinks over het Collegeakkoord. Het akkoord bevat niets nieuws; met veel verhullend taalgebruik wordt gekozen voor ouderwetse economische groei boven broodnodige verduurzaming van de economie. “De verkiezingswinst van D66 en hun verhaal over natuur en groen in de campagne had bij mij verwachtingen gewekt. En even dacht ik afgelopen woensdag dat die verwachtingen zouden uitkomen: ruimte voor groen. Maar nee, verkeerd gelezen, ruimte voor groei. Eén letter, maar een wereld van verschil.”

“De vraag die wij beantwoordt willen zien is voor wèlke groei je kiest? Voor welke banen? Voor welke bedrijven? Het lijkt deze coalitie helemaal niets uit te maken. Voor ons is groei geen doel op zich: wij willen de kwaliteit van leven verhogen voor onze inwoners. Dat kan goed samengaan met groei, maar niet met alle vormen van groei.”

“De coalitie kiest voor verdere groei van Schiphol en dus meer overlast voor omwonenden: economische groei wint het bij deze coalitie van leefbaarheid. De coalitie kiest voor meer megastallen, cijfermatige groei wint het bij deze coalitie dus van open polders en dierenwelzijn.” 

“En de coalitie kiest voor nieuw asfalt: de A8-A9, de Duinpolderweg en een nieuwe weg naar Den Helder. Asfalt wint het van natuur en groen. Er is vrijwel geen ruimte in de begroting gemaakt voor nieuw beleid. De asfalt-projecten A8-A9 en de Duinpolderweg zijn beide op zichzelf al duurder dan al het nieuwe beleid bij elkaar.”Hietbrink: “GroenLinks kiest niet voor het economisme van de coalitie, maar voor kwaliteit van leven, wonen en werken voor alle inwoners van Noord-Holland.”.

GroenLinks daagt de collegepartijen uit om de komende vier jaar niet te werken in het keurslijf van een dichtgetimmerd akkoord, maar samen te werken met alle partijen. Om die reden dient GroenLinks dan ook samen met ChristenUnie en Partij voor de Dieren een motie in waarin de  onderwerpen staan die statenbreed op wisselende meerderheden kunnen rekenen.

Ook wil GroenLinks ervoor zorgen dat de provinciale politiek open staat voor wat er leeft bij burgers en bij maatschappelijke initiatieven. Hietbrink: “Het past bij deze tijd en bij een open cultuur om binnen en buiten de Staten samen te werken aan wat voor Noord-Holland van belang is: een duurzame en leefbare provincie.”