GroenLinks sluit zich aan bij de kritiek op de manier waarop het projectbureau Noordzeekanaalgebied rapporteert over de ontwikkelingen van bedrijventerreinen in deze regio. De jaarlijkse monitoring is gebaseerd op onvolledige berekeningen, die serieuze consequenties kunnen hebben voor ondermeer de Wijkermeerpolder. Het voornaamste probleem is dat in de monitoring alleen wordt gekeken hoeveel bedrijven erbij zijn gekomen en niet naar herontwikkeling en het beter benutten van bestaande terreinen.

Op donderdag 16 juni vergadert de statencommissie Wegen, Verkeer, Vervoer en Zeehavens ondermeer over de Bedrijvenmonitor Noordzeekanaalgebied. Een eerdere besloten informatiebijeenkomst, gepland voor eind april, werd na bezwaren van GroenLinks afgelast. GroenLinks is blij dat het deze keer een open vergadering is, waar ook de kritische geluiden van de stichting Sterk, Schoon en Slim aan bod komen. Juist deze stichting heeft namelijk in de afgelopen jaren telkens de aandacht gevraagd voor de merkwaardige rekenmethode in de Monitor.

De manier waarop in de Monitor de geraamde ruimtebehoefte wordt vergeleken met de feitelijke ontwikkelingen is ook volgens GroenLinks onjuist. Woordvoerder Harmen Binnema: “In de monitoring wordt alleen maar gekeken hoeveel hectares voor bedrijven zijn uitgegeven, vanwege vestiging of uitbreiding. Maar sommige bestaande terreinen worden na herstructurering beter benut: oftewel, er kan méér op hetzelfde aantal hectares. Ook komen er door verhuizing van bedrijven of herontwikkeling nieuwe terreinen beschikbaar. Gek genoeg worden die laatste twee aspecten in de monitoring niet meegerekend, terwijl er zo toch gemiddeld 35 ha. per jaar is bijgekomen.”

GroenLinks vindt dat door de eenzijdige focus op uitgifte van bedrijventerreinen de discussie vertroebeld wordt. Want uiteindelijk is van belang hoe de totale voorraad aan bedrijventerreinen per saldo is veranderd. De monitoring kijkt echter alleen naar de uitgifte, waardoor het lijkt alsof de beschikbare bedrijventerreinen in snel tempo afnemen.

Binnema: “Het lijkt een technische discussie, maar deze rekenmethode heeft behoorlijke consequenties. Omdat de afname van de voorraad veel te hoog wordt ingeschat, komen sneller nieuwe locaties in beeld. Het belangrijkste voorbeeld is de Wijkermeerpolder, waar havenactiviteiten zouden moeten komen. Wij vinden sowieso al dat deze polder groen moet blijven, maar als je alle cijfers meerekent, is er de komende 20 jaar ook helemaal geen noodzaak om van de Wijkermeerpolder bedrijventerrein te maken.” GroenLinks zal voorstellen dat in de monitoring voortaan centraal staat hoeveel hectares er na aftrek van uitgifte en optellen van nieuwe terreinen nog beschikbaar zijn. Op basis van die cijfers moeten dan keuzes voor eventuele nieuwe locaties bepaald worden.

Naast de kritiek op de rekenmethode voor uitgifte van bedrijventerreinen, is GroenLinks ook kritisch over twee andere zaken. Ten eerste wordt een visie gemist op wat voor soort bedrijvigheid het Noordzeekanaalgebied wil aantrekken. Ten tweede is er veel te weinig aandacht voor duurzame inrichting, ondanks afspraken die hierover in het verleden zijn gemaakt.