De statenfractie van GroenLinks is bezorgd of de Noordboog wel volgens plan tot stand zal komen en vraagt Gedeputeerde Staten om actie te ondernemen. Dit naar aanleiding van uitspraken van de voorzitter van de LTO-Noord dat hij zijn uiterste best zal doen om de aanleg van de Noordboog te voorkomen. De Noordboog is het plan van de provincie Noord-Holland om tussen Zwanenwater, Amstelmeer en IJsselmeer een natuurverbinding aan te leggen.
De provincie Noord-Holland wil in het noorden van de provincie de natuur en recreatiemogelijkheden versterken. Daartoe moet een robuuste ecologische verbinding worden aangelegd van het Zwanenwater via Het Lage Oude Veer, het Amstelmeer naar het Wieringerrandmeer en IJsselmeer. Dit wordt de Noordboog genoemd. Provinciale Staten hebben dit plan vastgelegd in het streekplan voor Noord-Holland Noord. Bij de laatste begrotingsbehandeling heeft de Noord-Hollandse volksvertegenwoordiging 10 miljoen euro voor de komende zeven jaar uitgetrokken om met de aanleg van het westelijk deel van de Noordboog (tussen Zwanenwater en Amstelmeer) een begin te maken.
Provinciale Staten hebben dit plan vastgelegd in het streekplan voor Noord-Holland Noord. Bij de laatste begrotingsbehandeling heeft de Noord-Hollandse volksvertegenwoordiging 10 miljoen euro voor de komende zeven jaar uitgetrokken om met de aanleg van het westelijk deel van de Noordboog (tussen Zwanenwater en Amstelmeer) een begin te maken.
Op 25 februari zei voorzitter Ruiter van de agrarische belangenorganisatie LTO-Noord op een bijeenkomst in Schagen echter, dat hij met zijn organisatie zijn uiterste best zou doen om ervoor te zorgen dat er geen Noordboog komt. Dat is regelrecht in strijd met de handtekening die deze agrarische belangenorganisatie een jaar geleden heeft gezet onder een gezamenlijk advies van natuurbeheerdersorganisaties, hoogheemraadschap, LTO en provincie om juist aan de totstandkoming van deze natuurverbinding te werken.
GroenLinks statenlid Klaas Breunissen heeft Gedeputeerde Staten over deze kwestie opheldering gevraagd en wil weten wat het dagelijks bestuur van de provincie gaat doen om ervoor te zorgen dat de realisatie van de Noordboog doorgaat.
De tekst van de schriftelijke vragen luidt:
Inleiding
In streekplan Noord-Holland Noord is, mede op verzoek van de Noord-Hollandse natuurbeschermingsorganisaties én de boerenorganisatie LTO, vastgelegd dat er een robuuste ecologische verbinding moet komen van het Zwanenwater via Het Lage Oude Veer, het Amstelmeer naar het Wieringerrandmeer: de Noordboog. "Om de natuur en recreatie in de steeds schraler wordende Kop (toenemende schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw) een plek te geven", aldus de streekplantekst. Provinciale Staten hebben bij de vaststelling van het streekplan in oktober 2004 het voorstel van GroenLinks en D66 aangenomen om Gedeputeerde Staten op te dragen vóór 1 januari 2006 de concrete uitwerking van de Noordboog inclusief de bijbehorende ruimtelijke invulling en beoogde grondaankopen, vast te leggen in een overeenkomst met betrokken partijen.
Begin 2005 bleek er voor het westelijk deel van de Noordboog minder draagvlak onder de boeren te zijn dan was verondersteld bij de vaststelling van het streekplan. Daarop zijn de gezamenlijke natuurbeheerorganisaties, LTO-Noord, hoogheemraadschap en provincie met elkaar om de tafel gaan zitten als Stuurgroep Noordboog West. Deze Stuurgroep heeft op 2 februari 2006 advies uitgebracht. In dat gezamenlijke advies schrijven deelnemers dat voor het westelijk deel van de Noordboog een robuuste ecologische verbinding de komende tien jaar niet realiseerbaar wordt geacht, maar wél haalbaar is de realisatie van de zogenaamde landschapsvariant. "Deze beoogt een extra impuls te geven aan versterking en ontwikkeling van de ecologische en landschappelijke waarden en potenties van het plangebied via afzonderlijke deelprojecten, zonder vooraf vastgelegde omvang en locatie. Daarbij wordt optimale meekoppeling nagestreefd met de wens tot agrarische herstructurering, de opgaven voor waterberging en waterkwaliteit en versterking van cultuurhistorische en recreatieve waarden", aldus het advies.
De Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hebben met dit advies ingestemd en in de provinciale begroting tien miljoen euro uitgetrokken voor de periode 2007-2013 om bij te dragen aan de totstandkoming van de Noordboog-West. De statenfractie van GroenLinks heeft ook met de voorgestelde landschapsvariant ingestemd vanuit overwegingen van draagvlak en haalbaarheid. Uitdrukkelijk heeft GroenLinks daarbij aangegeven dat voor haar het perspectief op de langere termijn het realiseren van een robuuste ecologische verbindingszone blijft.
Volgens de Schager Courant/ Noord-Hollands Dagblad van 25 januari 2007 heeft de voorzitter van LTO-Noord S. Ruiter op een bijeenkomst van agrariërs en recreatieondernemers over Natura 2000 in ’t Zand het volgende gezegd: "Er komt géén Noordboog. [..] Duidelijk is afgesproken dat de Noordboog alleen doorgaat op basis van vrijwilligheid. Dan zouden de agrariërs hun landerijen moeten verkopen. De provincie heeft al te kennen gegeven dat daar absoluut geen geld voor is. Bovendien is er nog onlangs een rapport verschenen waaruit blijkt dat de agrariërs die grond hard nodig hebben voor hun bollenbedrijven. [..] Wij doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat hier geen Noordboog komt."
Deze berichtgeving in de Schager Courant is voor de statenfractie van GroenLinks aanleiding tot het stellen van de volgende schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten.
Schriftelijk vragen
1. Hoe verhouden de uitspraken van de voorzitter van LTO-Noord op 25 januari 2007 in Schagen (‘Wij doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat hier geen Noordboog komt’) naar de mening van Gedeputeerde Staten zich met de handtekening van LTO-Noord onder het advies van de Stuurgroep Noordboog West van 2 februari 2006, waarin wordt gepleit voor het realiseren van de Noordboog West volgens de zogenaamde landschapsvariant?
2. Bent u met GroenLinks van mening dat het belang van de realisatie van de Noordboog nog steeds keihard overeind staat, namelijk ‘om de natuur en recreatie in de steeds schraler wordende Kop (toenemende schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw) een plek te geven’, zoals vastgelegd in het streekplan Noord-Holland Noord?
3. Bent u met ons van mening dat, omdat de LTO-Noord ten aanzien van de Noordboog steeds terugtrekkende bewegingen maakt en nu zelfs openlijk de aanval lijkt te kiezen, er aanleiding is ons als provincie – hoezeer wij ook hechten aan een breed maatschappelijk draagvlak voor gewenst beleid - af te vragen of de Noordboog West wel op basis van vrijwilligheid gerealiseerd kan worden en wellicht een dwingender rol van de provincie gewenst is?
4. Wat bent u van plan te doen naar aanleiding van de uitspraken van de voorzitter van LTO-Noord, om ervoor te zorgen dat de realisatie van de Noordboog West doorgaat?
Het lid van Provinciale Staten voor GroenLinks,
Klaas Breunissen