onderwerp: programmabegroting 2005
Door de leden Heller (GroenLinks), Barth (PvdA) en De Bijl-Baerselman (VVD) wordt de volgende motie ingediend:
Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 en 15 november 2004 ter behandeling van de programmabegroting 2005;
overwegende:
- dat door de accountant al eerder is gewezen op het niet voldoende tot besteding komen van de beschikbare gelden voor fietspaden (GDU-gelden "kleine infrastructuur", na 1 januari 2005 BDU-gelden geheten);
- dat GS dit voorjaar aan de commissie WVV een notitie hebben voorgelegd waaruit eveneens bleek dat slechts zeer moeizaam tot besteding van de beschikbare middelen wordt gekomen;
- dat eerder door PS nadrukkelijk het belang van een kwalitatief en kwantitatief goed provinciaal fietspadennet is aangegeven (bijvoorbeeld middels motie 70- 30);
- dat er bij de lokale afdelingen van de fietsersbond praktische kennis aanwezig is m.b.t. knelpunten op het gebied van fietspaden;
constaterende:
- dat motie 70-30 m.b.t. het fietspadenbeleid in Noord-Holland onvoldoende ten uitvoer wordt gebracht;
- dat GS in de memorie van antwoord op de begroting 2005 aangeven vanwege de hiervoor genoemde redenen het subsidiepercentage richting gemeenten te willen verhogen tot 90%;
- dat door de fietsersbond goede ervaringen zijn opgedaan in de provincie Zuid-Holland met een door de provincie bij de fietsersbond in te huren medewerker die de lokaal aanwezige kennis (bij de lokale fietsersbondafdelingen) mobiliseert t.b.v. kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen aan het fietspadennet;
- dat door de fietsersbond inmiddels aan de provincie Noord-Holland hetzelfde aanbod is gedaan;
dragen GS op:
- op het aanbod van de fietsersbond in te gaan in principe voor één jaar, waarna op basis van een evaluatie bezien wordt of (op projectbasis) tot langere inhuur overgegaan kan worden;
- in elk geval onderdeel van de opdracht te laten zijn de opstelling van een knelpuntennota (kwalitatief en kwantitatief) m.b.t. utilitaire en recreatieve fietspaden;
- deze inhuur, tot een maximum van 50.000 euro, te dekken vanuit de beschikbare gelden t.b.v. de zogenoemde "fietsmotie 70-30",
en gaan over tot de orde van de dag.
aangenomen met algemene stemmen