Gedeputeerde Hooijmaijers van ruimtelijke ordening gaat ervan uit dat er op het KNSF-terrein 1350 woningen gebouwd worden. Dat antwoordt Hooijmaijers op schriftelijke vragen van GroenLinks-statenlid Klaas Breunissen. Die 1350 woningen zijn volgens de gedeputeerde onderdeel van het akkoord dat begin dit jaar is gesloten tussen KNSF en gemeente Muiden. Hij acht het niet uitgesloten dat de resultaten van het MER-onderzoek noopt tot een heroverweging hiervan.
Klaas Breunissen is ontevreden over dit uitgangspunt van de gedeputeerde. Hij vindt dat niet bij voorbaat moet worden uitgegaan van een bepaaalde verdeling van de woningen over het KNSF-terrein en de Bloemendalerpolder, voordat het Milieueffectrapport (MER) is vastgesteld. Breunissen stelt deze kwestie aan de orde in de eerstvolgende vergadering van de statencommissie ruimtelijke ordening.
Hieronder volgen de schriftelijke vragen van Breunissen en de antwoorden van Gedeputeerde Staten:
Inleiding
Op dit moment wordt het milieueffectrapport voor de streekplanuitwerking Bloemendalerpolder/KNSF-terrein gemaakt. In het MER zullen in ieder geval drie varianten worden onderzocht, die onder meer met elkaar verschillen als het gaat om de verdeling van de woningbouwaantallen tussen het KNSF-terrein en de Bloemendalerpolder, te weten:
- 1700 op KNSF-terrein en 1700-1900 in Bloemendalerpolder;
- 1350 op KNSF-terrein en 2050-2250 in Bloemendalerpolder;
- 400 op KNSF-terrein en 3000/3200 in Bloemendalerpolder.
Naar aanleiding van uitspraken van de gedeputeerde ruimtelijke ordening over deze streekplanuitwerking op het Vastgoedcongres in Cannes in maart, heb ik op 21 maart schriftelijke vragen gesteld. Op 12 april hebben Gedeputeerde Staten daarop geantwoord. Op mijn vraag of GS 'met ons van mening zijn dat nog niet vast staat volgens welke van de drie alternatieven (of varianten daarop) de herinrichting van de Bloemendalerpolder/KNSF-terrein zal plaats vinden, voordat besluitvorming over het milieueffectrapport heeft plaats gevonden', antwoordden GS bevestigend.
Twee weken later (27 april) lezen wij echter in het artikel 'Bouwplan in 't Gooi blijft omstreden' in het blad Cobouw, dat volgens gedeputeerde Hooijmaijers van ruimtelijke ordening dat in de ontwikkelen structuurvisie voor het gebied al drie dingen vast staan, namelijk het totale aantal te realiseren woningen in het hele gebied, dat er 1350 woningen komen op het KNSF-terrein en dat tweederde van de polder groen blijft.
Deze laatste uitspraak van de gedeputeerde is voor ondergetekende aanleiding tot het stellen van de volgende schriftelijke vraag:
Vraag
Hoe verhoudt de uitspraak van gedeputeerde Hooijmaijers in het blad Cobouw van 27 april dat nu al vast staat dat er op het KNSF-terrein 1350 woningen worden gebouwd zich met het schriftelijke antwoord van Gedeputeerde Staten van 12 april op mijn schriftelijke vragen dat het aantal woningen op het KNSF-terrein en in de Bloemendalerpolder pas vastgesteld wordt na besluitvorming over het milieueffectrapport?
Antwoord van Gedeputeerde Staten (31 mei 2005):
Het artikel in Cobouw van 27 april is niet gebaseerd op een interview met de heer Hooijmaijers. Blijkbaar is de informatie uit een andere bron afkomstig (vermoedelijk gesprekken tijdens het bezoek op 25 april van de Minister van VROM aan de Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein).
In het MER onderzoek dat thans gaande is, worden de volgende alternatieven onderzocht:
- Nul-alternatief
- Open landschap
- Coulisse landschap
- Robuuste natuur
- Meest Milieuvriendelijk Alternatief (tijdens het MER-onderzoek te ontwikkelen)
- Voorkeursalternatief: gebaseerd op het resultaat van het ontwerpatelier, waarmee de raden van Weesp en Muiden (al dan niet geamendeerd) hebben ingestemd.
In het MER onderzoek zijn deze alternatieven gelijkwaardig aan elkaar. De resultaten van het MER-onderzoek maken deel uit van de besluitvorming op provinciaal niveau (streekplanuitwerking) en later gevolgd op gemeentelijk niveau (bestemmingsplannen).
De heer Hooijmaijers noemt in het artikel enkele aspecten die volgens hem vaststaan:
1. de verhouding bebouwd en onbebouwd (= groen) in de Bloemendalerpolder;
De verhouding 1/3 bebouwd en 2/3 onbebouwd (= groen) in de Bloemendalerpolder is recent door de Tweede Kamer in de Nota Ruimte vastgelegd.
2. de totale woningbouwopgave voor het plangebied;
De totale woningbouwopgave bedraagt 4.500 (uitleg 3.700 à 3.900 en binnenstedelijke opgave 6 à 800). Provinciale Staten hebben eind 2003 met deze aanpassing van de streekplantaakstelling in beginsel ingestemd.
3. de 1.350 woningen op het KNSF-terrein.
De 1.350 woningen op het KNSF-terrein zijn onderdeel van het akkoord dat februari 2005 gesloten is tussen KNSF en gemeente Muiden. De ruimtelijke uitgangspunten van dit akkoord zijn opgenomen in het onderzoeksalternatief Coulisselandschap. Dit akkoord respectievelijk het onderzoeksalternatief past binnen de door GS gehanteerde uitgangspunten van kostendekkende sanering en herontwikkeling van het KNSF-terrein. Ook voor dit alternatief geldt dat het moet voldoen aan alle wettelijke randvoorwaarden.
Op dit moment is het bestuurlijk uitgangspunt 1.350 woningen omdat het akkoord past binnen de randvoorwaarden van kostendekkende sanering en de herontwikkeling en bovendien steun heeft van een ruime meerderheid van de gemeenteraad van Muiden.
In het MER-rapport worden de effecten van alle alternatieven onderzocht. Niet uitgesloten is dat de resultaten van het MER-onderzoek eventueel zouden kunnen nopen tot een heroverweging van de uitgangspunten.
In de in februari 2005 vastgestelde richtlijnen voor het MER-onderzoek is opgenomen dat alternatieven die kleinere woningbouwaantallen bevatten dan het akkoord KNSF-Muiden - zoals bijvoorbeeld het alternatief 'robuuste natuur' - niet voldoen aan de uitgangspunten van kostendekkende sanering en herontwikkeling en dat derhalve voorzien moet worden in een vereveningsconstructie.
Uiteindelijk zal een bestuurlijke en ruimtelijke afweging, waarbij het MER-rapport als een gekwalificeerd advies fungeert, leiden tot keuze voor een der (eventueel aangepaste) alternatieven of een andere ruimtelijke invulling van het plangebied die in de streekplanuitwerking wordt vastgelegd.