Voorzitter. Toen ik een jaar of vijf geleden besloot dat ik mij actief wilde gaan inzetten voor de partij waar ik al wat langer lid van was, hanteerde GroenLinks de fraaie leus “knokken voor wat kwetsbaar is”. Ik moet regelmatig aan die leus terugdenken als ik de verharding en verruwing zien in de manier waarop mensen tegenwoordig met elkaar omgaan. Het recht op vrije meningsuiting wordt helaas steeds vaker verward met het recht op belediging. Het ten onrechte veelgeprezen “zeggen wat je denkt” heeft ertoe geleid dat er geen enkele rem meer is, geen enkele terughoudendheid, geen besef van wat gepast en wat ongepast is. Met als uitwas een politiek leider van de Partij tegen de Vrijheid die er een satanisch genoegen in lijkt te scheppen gelovigen tot in het diepst van hun ziel te beledigen.

Het antwoord op die ontwikkeling moet meer zijn dan een vaag appèl op “normen en waarden” of een al te vaak gehoorde kreet als “fatsoen moet je doen”. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat wij andere mensen waarderen om wie zij zijn en hen daarom respecteren. Dat vereist een overheid die de mogelijkheden geeft aan mensen om zichzelf te ontwikkelen en hun eigen talenten tot uitdrukking te laten komen. Het vereist ook een overheid die in de ratrace van meer en meer economische groei opkomt voor zachte waarden en kwetsbaarheid. Kwetsbaar zijn mensen die niet zo goed voor zichzelf kunnen opkomen, kwetsbaar zijn ook waarden die door velen veronachtzaamd worden. Waarden als verdraagzaamheid, solidariteit en bescherming van de natuur. Ik zie het ook als een taak van GroenLinks om dat besef uit te dragen.

Vandaag bespreken wij de eerste begroting van het nieuwe college. Een begroting die de brede samenstelling van dit college goed weerspiegelt. Een begroting waar wij in grote lijnen best tevreden over kunnen zijn. Tegelijk zal het u niet verbazen dat wij nog wel het een en ander hebben aan te merken op de mate waarin deze begroting krachtig in balans is. GroenLinks wil deze begroting en de voornemens voor het beleid in de komende jaren bekijken vanuit het perspectief van “knokken voor wat kwetsbaar is”.

Kwetsbaar zijn de jongeren die zijn aangewezen op de hulp van Bureau Jeugdzorg. Voor de zomer hebben we het in deze zaal uitgebreid over de jeugdzorg gehad, onder meer naar aanleiding van het ontslag van de directie. Ik heb toen ook aangegeven dat goede hulp aan deze jongeren misschien wel het meest in de weg wordt gezeten door de volkomen ondoorzichtige en inefficiënte organisatie. Helaas zijn we recent geconfronteerd met een schrijnende confrontatie van de papieren werkelijkheid en de feitelijke situatie. Laat ik daar ook eerlijk bij zeggen dat ook mijn partij dit destijds verkeerd ingeschat is. Maar ik houd wel overeind dat je je serieus de vraag mag stellen of extra geld nog wel soelaas biedt: zolang de organisatie niet op orde is, lijkt het of dat in een bodemloze put verdwijnt. Wat GroenLinks betreft moeten we nu als Staten het heft in handen nemen en zelf diepgravend onderzoeken wat er mis is met de organisatie van de jeugdzorg in onze provincie.

Al even kwetsbaar is de natuur in onze provincie. Uit de Milieubalans 2007 van het Milieu- en Natuurplanbureau blijkt dat de open groene ruimte onder druk staat. Gemeenten beconcurreren elkaar met nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen. De noodzaak om échte ruimtelijke keuzes te maken wordt steeds groter. Nu en straks in het kader van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening een uitgelezen kans én een dure plicht voor de provincie om hierin een stevige rol op te pakken. Graag horen wij van het college of het van mening is of de instrumenten die wij nu in handen hebben (bijv. de regionale woonvisies en bedrijventerreinenvisies) en de mogelijkheden die met de nieuwe WRO zullen hebben voldoende garanties bieden voor juist de bescherming van de open groene ruimte.

Die natuur moet dus goed beschermd en beheerd worden. Niet voor niets hebben we € 4 miljoen extra uitgetrokken voor beheer en onderhoud en hebben we de ambitie om voortvarend de nog resterende hectares voor de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur aan te kopen. Twee zaken verdienen daarbij de aandacht. We zijn onaangenaam verrast door de bezuiniging op de Noordboog West. Bij de behandeling van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord in 2004 heb ik namens GroenLinks mijn enthousiasme geuit over de Noordboog van IJsselmeer via Waddenzee naar Noordzee als een fraai voorbeeld van een robuuste natuurverbinding. De Noordboog was én is in onze ogen een uitgelezen mogelijkheid de belangen van natuur en landbouw samen te laten gaan, in plaats van ze als concurrerend te zien. De argumentatie om het westelijke deel te schrappen – in het oosten is immers voorzien dankzij het Wieringerrandmeer – is in onze ogen niet overtuigend.

Het tweede is de herbegrenzing van de PEHS. Op zich is deze herbegrenzing prima, omdat het zinnig is eens goed te bekijken of de PEHS zoals die destijds is afgesproken, wel op alle plekken optimale resultaten voor de natuur oplevert. Ecologische argumenten moeten daarbij de primaire criteria te zijn om die afweging te maken, om ergens aangewezen natuurgebied te 'ontgrenzen' en elders te 'begrenzen'. Net als bij natuurcompensatie is het essentieel die twee zaken aan elkaar te koppelen, zodat de compensatie danwel herbegrenzing gegarandeerd is. Waar we moeite mee hebben is dat het college voor de muziek uitloopt, terwijl volgens ons PS in deze afweging een kaderstellende rol dient te spelen. We vragen dus het college om ons in deze discussie actief te betrekken.

Kwetsbaar zijn oerkwaliteiten als stilte en duisternis. Als gevolg van de 24 uurs economie is het bijna nergens meer echt stil of echt donker. Op 27 oktober wordt opnieuw de Nacht van de Nacht georganiseerd waarin het belang wordt benadrukt van stilte en duisternis. Ook als provincie hebben we mogelijkheden om bij te dragen aan het behoud van deze oerkwaliteiten. GroenLinks zal hiervoor binnenkort een initiatiefvoorstel indienen.

Ook het Naardermeer is een zeer kwetsbaar natuurgebied. Helaas zien we dat partijen in de Tweede Kamer en ook werkgeversorganisatie VNO/NCW proberen opnieuw de A6-A9 tunnelverbinding op de agenda te krijgen. Wij roepen het college op in de besprekingen met het Rijk het Noord-Hollandse standpunt, dat breed gedragen wordt in de regio, fier overeind te houden. De bereikbaarheid Almere-Amsterdam kan geen uitstel meer verdragen. Dat geldt overigens net zo hard voor de OV-verbinding – en dan bedoel ik uiteraard verbetering van de huidige spoorlijn.

We zijn blij dat dit college voor klimaatbeleid en duurzame energie € 6 miljoen extra wil uittrekken. We kunnen niet genoeg de urgentie van een aanpak van het klimaatprobleem benadrukken – in het besef wat daarbij wel of niet binnen de macht van de provincie ligt. Ook steunen wij volop de inzet op verdere verduurzaming van de energievoorraad, in de wetenschap dat dit goed is voor het klimaat, maar ook niet onbelangrijk voor de werkgelegenheid in een kwetsbaar gebied in onze provincie.

Hiervoor hebben we ook NUON hard nodig. We zijn bepaald niet rouwig om het afblazen van de fusie tussen NUON en Essent. Hopelijk is een positief effect van het eind van deze langslepende perikelen dat we het vizier weer kunnen richten op één van de grote uitdagingen van de komende jaren: de overgang naar duurzame energie. We rekenen erop dat de provincie Noord-Holland dit als NUON aandeelhouder krachtig blijft bepleiten. Met genoegen hebben wij in de zomer kennis genomen van de ingezonden brief in de Volkskrant die mede ondertekend is door de gedeputeerden Visser en Moens. Kolencentrales zijn, met hoeveel mooie woorden zij ook worden gepresenteerd door de voorstanders, een stap terug in de tijd en daarom onwenselijk. Zij staan in de weg van de grote stappen vooruit die we zo hard nodig hebben. We verwachten dan ook dat het college zich bij de verstandige uitspraken van de PvdA en GroenLinks collega’s zal aansluiten en dit afwijzend geluid namens Noord-Holland in de aandeelhoudersvergadering van NUON zal klinken.

Een andere kwetsbare groep zijn de gebruikers van de OV-taxi. Vanuit de commissie Wegen, Verkeer en Vervoer vindt momenteel een onderzoek plaats naar het functioneren van deze vorm van openbaar vervoer. Hoewel de OV-taxi beter functioneert dan je zou denken op basis van de berichtgeving in de kranten en op de radio, gaat er helaas nog teveel mis. Niet voor niets heeft Connexxion opnieuw een boete gekregen omdat niet helemaal aan de eisen is voldaan. We hopen dat het onderzoek tot de noodzakelijke verbeteringen zal leiden, zeker in het licht van de komende aanbesteding. Het gaat dan overigens ook om het “gewone” openbaar vervoer dat toegankelijk dient te zijn voor alle gebruikers.

Voorzitter,

Ik kom toe aan de voorgestelde bezuinigingen en het nieuwe beleid. In een krantenbericht viel mij op dat de provincie voor het eerst een begrotingstekort zou hebben. Dat leek mij nogal sterk en na lezing van de begroting kan ik ook niet anders constateren dan dat de journalist het niet helemaal goed begrepen heeft. Sterker nog, we hebben ruim € 3 miljoen over: het college stelt voor dit aan de saldireserve toe te voegen. Dat zou toch jammer zijn, een beter idee is om in de komende weken als Provinciale Staten te discussiëren aan welke doelen we dit bedrag willen besteden.

Omdat volgens de nieuwe opzet van de begrotingsbehandeling de echte discussie zich in de komende weken in de commissies zal afspelen, weersta ik de verleiding om op alle voorstellen voor bezuinigingen en nieuw beleid in te gaan. Maar ik wil wel in het algemeen opmerken dat de motivatie voor het schrappen van gelden danwel het toekennen van extra geld niet in alle gevallen even duidelijk en overtuigend is. Hierover zullen wij het college de komende weken kritisch bevragen. Daarnaast is ons uitgangspunt dat investeringen waarover afspraken zijn gemaakt in het kader van het collegeprogramma niet nu al teruggedraaid zouden moeten worden.

De bezuiniging op de Noordboog heb ik al eerder ongewenst genoemd. Daarnaast zouden wij graag meer toelichting willen op de bezuiniging die wordt voorgesteld op de exploitatie van het openbaar vervoer en het op initiatief van GroenLinks ingestelde participatiefonds. Wat betreft het nieuwe beleid: wij vinden net als het college dat het belangrijk is dat de provincie zich naar buiten toe goed presenteert en herkenbaar is. Maar de bestedingen aan promotie & acquisitie, redesign van de huisstijl en P&R activiteiten zijn wellicht wat teveel van het goede. Ook onze bezwaren tegen het concept van de Werkstad A4 hebben we herhaaldelijk geuit, die hoef ik hier niet te herhalen.

Bij mijn bijdrage vóór de zomer over de financiële positie van de provincie heb ik gewezen op de ruimte die er in de ogen van mijn fractie bestaat om invulling te geven aan de grote ambities die bleken uit het kort daarvoor opgestelde collegeprogramma. Die ruimte zit ten eerste in de saldireserve en het daarbij vastgestelde percentage van 25% van de algemene dekkingsmiddelen. We hebben gezien dat in de commissie Financiën binnenkort de nota Weerstandsvermogen aan de orde komt en dat is een goede gelegenheid om de discussie over de hoogte van de saldireserve voort te zetten. Het tweede element betreft de raming van de dividenden; die heeft u inmiddels naar boven bijgesteld, maar een en ander lijkt nog steeds aan de conservatieve kant. Het derde element is de grote hoeveelheid aan UNA en FINH projecten die uit een tamelijk grijs verleden stammen. Kunt u al iets meer zeggen over de inventarisatie van deze projecten?

Ik heb het bij de bespreking van de rekening 2006 gehad over de manier waarop de provincie inzichtelijk maakt wat zij doet, met welke middelen en wat de beoogde resultaten zijn. Met daarbij het verzoek om op een meer uniforme manier de beoogde doelen en effecten plus de feitelijk behaalde resultaten weer te geven. Ik constateer met tevredenheid dat dat in de begroting 2008 alweer beter is dan vorig jaar. Misschien moet ik voor de volledigheid ook de kanttekening herhalen dat je je ook niet in onmogelijke bochten moet wringen om indicatoren en streefwaarden te verzinnen, wanneer dat weinig zinvolle informatie oplevert. In elk geval wilde ik het compliment voor de inzichtelijkheid van deze begroting graag uitdelen.

Bij de kaderbrief hebben wij een motie ingediend over duurzaam financieel beheer, die met algemene stemmen is aangenomen. In die motie werd het college gevraagd om ten eerste inzichtelijk te maken in welke ondernemingen de financiële instellingen waar provinciaal geld is ondergebracht, hun gelden beleggen. Ten tweede om de provinciale reserves zoveel mogelijk onder te brengen bij financiële instellingen die beleggen in ondernemingen die rekening houden met duurzaamheidscriteria als sociaal beleid, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn. Graag horen wij hoe het staat met de uitvoering van deze motie.

Voorzitter,

Ik heb in mijn betoog aandacht gevraagd voor de bescherming van wat kwetsbaar is. Of het nu gaat om onze jongeren in een moeilijke situatie, of de waarde van de prachtige natuur in onze provincie, we nemen onze verantwoordelijkheid om daarvoor op te komen. Met dat uitgangspunt zullen we ook in de komende weken de discussie over deze begroting voortzetten.